Thoraxdrainage

Week 3 en 4 : wonden: zorg dat je volgende week donderdag aanwezig ben!!
week 5: Venapunctie en infuus / med rekenen.
Week 6: Bloedtransfusie/ med rekenen.
Week 7: CVC/ med rekenen
Week 8: Gastles: zorg dat je aanwezig ben! 6 april.
Week 9: aftekenles!

1 / 47
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Week 3 en 4 : wonden: zorg dat je volgende week donderdag aanwezig ben!!
week 5: Venapunctie en infuus / med rekenen.
Week 6: Bloedtransfusie/ med rekenen.
Week 7: CVC/ med rekenen
Week 8: Gastles: zorg dat je aanwezig ben! 6 april.
Week 9: aftekenles!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thoraxdrainage

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
* Thorax drainage

* trachea stoma / tracheastomie

* zuurstof therapie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een thoraxdrain?
  • Een drain in de pleuraholte of het   mediastinum
  • Doel: lucht en/of vocht* afvoeren   naar buiten, waardoor de   pleuraholte kan herstellen

* Afhankelijk van de oorzaak: lucht, 
   vocht, bloed of pus

Slide 4 - Slide

  • Normaal: negatieve druk in de pleuraholte (nodig voor een goede ontplooiing van de longen). 
  • Bij beschadiging van een of beide longvliezen valt die druk weg en komt lucht en/of vocht binnen, waardoor de long ‘inklapt’ en ademhalen steeds moeilijker wordt.  
  • Tussen de pleurabladen bevindt zich pleuravocht. Door ziekte kan meer vocht worden aangemaakt dan wordt afgevoerd. De zorgvrager wordt toenemend benauwd. Er kan permanent gedraineerd worden als er vaak gepuncteerd moet worden.
Inhoud
  • Verpleegkundige aandachtspunten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Pneumothorax

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 pleuritis carcinomatosa

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Complicaties
  • Pijn
  • Infectie
  • Recidief pneumothorax/ spannings pneumothorax
  • Deconnectie van de drain

Slide 9 - Slide

Pijn: als gevolg van de tip van de drain die tegen de pariëtale pleura zit. 
Recidief pneumothorax/spanningspneumothorax: door beweging is het mogelijk dat de drain of het afvoersysteem afgeknikt wordt 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zuurstof

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je als eerste doen wanneer een cliënt het benauwd heeft?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Welke bloedcellen vervoeren zuurstof?
A
Blauwe
B
Witte
C
Rode
D
Ijzercellen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Oorzaken zuurstoftekort
Afwijkingen longfunctie
 (COPD/Kanker/taaislijmziekte)
Afwijkingen bloedsomloop (vb. hartfalen)
Spierzwakte
Afwijkingen hemoglobine (Anemie)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

welke klachten heeft een cliënt met zuurstof te kort

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Het geven van zuurstof is een
A
voorbehouden handeling
B
Risicovolle

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een blauwe paarse verkleuring aan de huid door een tekort aan O2 noem je
A
Anemie
B
Cyanose
C
Hyperventilatie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vormen van zuurstof 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Materialen
Zuurstofbril
zuurstofkatheter
Zuurstof masker
Venturimasker

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen bij zuurstof toediening
Neusbril/ zuurstofbril
Toediening tot 6 liter
Neuskatheter

Toediening tot 8 liter
Zuurstof masker
toediening groter dan 10-15 liter
Venturimasker

toediening 8-12 liter 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zuurstof gehalte bepalen door:
Bloedafname
Saturatiemeten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke veiligheidsadviezen
geef jij aan je cliënt
met O2?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Aandachtspunten
Bevochtigen  vanaf 5 liter
Observatiepunten(kleur/onrust/bewustzijn/hoofdpijn)
Neus en mondverzorging
kijk regelmatig of alles nog goed zit of werkt
wanneer de bevochtiger vervangen?
let op COPD!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend het Latijnse woord trachea?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij een tracheotomie of tracheostoma?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn indicaties voor een tracheotomie of tracheostoma?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

  • Zwelling van de luchtweg na bestraling, operatie, ongeluk of infectie
  • Tumorgroei in en om het strottenhoofd, de mond en/of in de keelholte
  • Onvoldoende functioneren van de stembanden
  • Langdurige beademing
  • verstikking

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

overeenkomst
In beide gevallen ademt men via een kunstmatige opening (tracheostoma) in de hals
Verschillen
Bij een treacheostoma:
 is het strottenhoofd verwijderd, meestal
ten gevolge van een tumor op of nabij de stembanden.
 de luchtpijp wordt naar voren
gebogen waardoor een opening naar de hals ontstaat (het tracheostoma)
Luchtweg en voedselweg zijn permanent van elkaar gescheiden
Ademen via neus en mond is niet meer mogelijk

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Direct na de operatie (laryngectomie) wordt vaak een canule
geplaatst om krimpen van het stoma te voorkomen. Dit is meestal
een ééndelige canule. Als de wond is genezen is een canule
meestal niet meer nodig. Sommigen dragen alleen ’s nachts een
canule om krimpen van het stoma tegen te gaan.
. je mag de canule verwijderen om deze te reinigen (ook een eventuele buitencanule)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bij een tracheotomie is het strottenhoofd nog aanwezig.
Indien men door een belemmering in de luchtweg (bijv. een
zwelling) niet voldoende lucht krijgt dan kan een luchtpijpsnede of
tracheotomie worden toegepast.
Via een snede in halshuid en luchtpijp wordt een buisje (canule)
aangebracht dat er voor zorgt dat de gemaakte opening niet
dichtklapt.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

De canule bestaat meestal uit een binnen- en een
buitencanule. De buitencanule wordt op zijn plaats gehouden door
een canulebandje om de hals.
De binnencanule mag verwijderd worden om deze te reinigen.
De buiten canule mag men niet zelf verwijderen.
Is de oorzaak van de ademnood verholpen dan kan de canule
weer worden verwijderd en groeit de opening weer vanzelf dicht.
Daarom wordt dit ook wel een tijdelijk stoma genoemd

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

losse canule om te voorkomen dat stoma kleiner wordt

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Kan iemand met een tracheostoma of tracheotomie douchen?
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Leven met een tracheostoma

Een laryngectomie verandert het leven voor altijd. Na de operatie staan de mond en keel niet meer in verbinding met de luchtpijp. Je ademt via het tracheostoma.

. Er zijn ook veranderingen met ruiken en hoesten. Je kunt vaker benauwd zijn en meer slijm ophoesten.
Ook kun je meer boeren en winden gaan laten.
Veranderde reuk
Met het tracheostoma gaat de lucht niet meer door de neus.

Boeren en winderigheid

Slide 45 - Slide

This item has no instructions



Je kunt meer last krijgen van boeren en winderigheid.
Bij de nieuwe manier van spreken laat je steeds lucht in de slokdarm en keelholte stromen. Hierdoor slik je ook onbedoeld lucht in. De lucht komt in de maag terecht.
Slijm ophoesten
Voor de operatie kon je overtollig slijm ophoesten en weer wegslikken. Nu hoest je het slijm op via het tracheostoma.

Kortademigheid

 meer last hebben van benauwdheid en kortademigheid.


Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Vragen ?
volgende week wonden, wonddrain, hechtingen 
(opdracht maak een pleister met drie hechtingen erop >
nodig; een (bruine)pleister en garen en een naald.)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions