This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat zijn de kenmerken van formeel taalgebruik?
Slide 1 - Open question
TSPREKEN, KIJKEN EN LUISTEREN
Slide 2 - Slide
bespreken
blz. 151 uitleg:
onderwerp en deelonderwerpen
Kijk even naar de opdrachten die horen bij opdracht 53.
We gaan samen kijken naar het fragment.
Slide 3 - Slide
Welke luistermanier gebruik je om naar een instructie te luisteren?
A
Globaal luisteren
B
Zoekend/gericht luisteren
C
Precies luisteren
Slide 4 - Quiz
De docent leest de cijfers voor globaal-precies-gericht
Slide 5 - Open question
De docent legt uit hoe je de opdracht moet invullen globaal-precies-gericht
Slide 6 - Open question
De kapster vertelt een verhaal over haar kat globaal-precies-gericht
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Video
Spanje
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Video
Toeristen zoeken op vakantie vaak ... . Spanje heeft net als de andere Zuid-Europese landen een Middellandse Zeeklimaat. De winters zijn ... en de zomers zijn .... Welke drie woorden moet je invullen?
Slide 11 - Open question
In het binnenland kan het ... en ... zijn. Aan de ... is het een stuk .... Daar waait een ....
Welke woorden horen op de puntjes?
Slide 12 - Open question
0
Slide 13 - Video
Wat zijn Costa's?
A
steden
B
stranden
C
toeristische plekken
D
hotels
Slide 14 - Quiz
0
Slide 15 - Video
Hoe vaak hoor je het woord toeristen Geef dit aan met een cijfer