Bijwoordelijke bepaling

Hoofdstuk 6
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Slide

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is [in Noorwegen] op vakantie geweest.
A
Hoe
B
Waar
C
Waarom
D
Wanneer

Slide 2 - Quiz

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is [twee jaar geleden] naar Noorwegen geweest.
A
Hoe
B
Waar
C
Waarom
D
Wanneer

Slide 3 - Quiz

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is [met de boot] naar Noorwegen geweest.
A
Hoe
B
Waar
C
Waarom
D
Wanneer

Slide 4 - Quiz

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is met de boot naar Noorwegen geweest, [omdat hij vakantie had.]
A
Hoe
B
Waar
C
Waarom
D
Wanneer

Slide 5 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als
Hoe? Hoelang? Hoever? Waar? Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan? Waar? Wanneer?
(dus: plaats, tijd, reden, hoedanigheid)
+ prullenbak (alle woorden/zinsdelen die over blijven in een zin)
    --> restzinsdelen: wel, niet, toch, misschien, waarschijnlijk,
                                          soms, waarom, waardoor etc.

Slide 6 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Ontleed de onderstaande zin in PV - OW- WG - LV - MV - BWB

Nadine heeft afgelopen weekend gezeild op de Kaag.


Slide 7 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Ontleed de onderstaande zin in PV - OW- WG - LV - MV - BWB

Nadine heeft afgelopen weekend gezeild op de Kaag.

Nadine / heeft / afgelopen weekend / gezeild / op de Kaag.
   OW           WG                  BWB                           WG              BWB


Slide 8 - Slide

Even oefenen!

Slide 9 - Slide

Juist of onjuist?

Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Zoek de bijwoordelijke bepaling...

Vorige week heeft onze roostermaker het ongelooflijke rooster online gezet.
A
vorige week
B
vorige week, het ongelooflijke rooster
C
vorige week, online
D
Vorige week, onze roostermaker

Slide 11 - Quiz

Zoek de bijwoordelijke bepaling...

In het Atrium en de kantine mag je sinds een paar weken niet zitten.

A
In het Atrium
B
In het Atrium en de kantine, sinds een paar weken, niet
C
In het Atrium, niet
D
In het Atrium, sinds een paar weken, niet

Slide 12 - Quiz

Hoeveel BWB's staan er in de volgende zin?

Waarom loopt die stoet straks door de stad?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom loopt die stoet straks door de stad?

Slide 14 - Open question

Op welke vraag geeft de bijwoordelijke bepaling geen antwoord?
A
Waar?
B
Waarom?
C
Wanneer?
D
Wat?

Slide 15 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarover gaat die film morgenavond in de stadsschouwburg?

Slide 16 - Open question



Op welke vraag geeft de bijwoordelijke bepaling geen antwoord?



A
Aan wie?
B
Hoe?
C
Waarom?
D
Wanneer?

Slide 17 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom gaf het Ministerie alle reizigers naar Bangkok vanochtend een negatief reisadvies?

Slide 18 - Open question

Welk woord is in z'n uppie geen bijwoordelijke bepaling?

A
misschien
B
naar
C
niet
D
waarschijnlijk

Slide 19 - Quiz

Ik kan een BWB herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik vind zinnen ontleden
A
best heel moeilijk
B
een beetje moeilijk
C
wel te doen
D
easypeasy

Slide 21 - Quiz