1.
Tablet (samengeperst poeder, meestal ingenomen met water, de tablet valt uiteen in de maag)
2. Dragee (zit een laagje omheen om te voorkomen dat het te snel uiteen valt in het maag-darmkanaal)
3. Capsule (poeder met gelatineomhulsel, de werkzame stof past niet in de dragee)
4. Drankje (een voordeel is dat je niet hoeft te kauwen)
5. Poeder (oplosbaar in water)