What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HERHALING CHAPITRE 1 Verbe avoir (présent)
Voca
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voca
Slide 1 - Slide
Avoir = hebben
j'ai
= ik heb
tu as
= jij hebt
il a
= hij heeft
elle a
= zij heeft
nous avons
= wij hebben
vous avez
= jullie hebben, u heeft
ils/elles ont
= zij hebben
Slide 2 - Slide
Ik heb een zus
J' ... une soeur.
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 3 - Quiz
Heb jij een zus?
Tu ... une soeur?
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 4 - Quiz
Wij hebben een hond.
Nous ... un chien.
A
a
B
avons
C
avez
D
ont
Slide 5 - Quiz
Marc heeft een vis.
Marc ... un poisson
A
a
B
avons
C
as
D
ont
Slide 6 - Quiz
Marc en Yves hebben een tent.
Marc et Yves ... une tente.
A
a
B
avons
C
avez
D
ont
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 8 - Quiz
Elle ... un lapin.
A
as
B
a
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
J' ________
A
ai
B
as
C
ont
D
avons
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste vorm van avoir in:
Ils ________
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 14 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 15 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 16 - Quiz
J' ... treize ans.
A
ai
B
ont
Slide 17 - Quiz
Nous ... un jardin.
A
avons
B
avez
Slide 18 - Quiz
Martien et Erica ... un château.
A
ont
B
a
Slide 19 - Quiz
Vous ... les maths?
Slide 20 - Open question
Tu ... une grande maison?
Slide 21 - Open question
Non, j' ... une petite maison.
Slide 22 - Open question
Léa ... deux chiens.
Slide 23 - Open question
En nu de getallen!
Vertaal: 3
A
deux
B
trois
C
quatre
D
zéro
Slide 24 - Quiz
Getallen. 15 =
A
Douze
B
cinquante
C
quatorze
D
quinze
Slide 25 - Quiz
Welke getallen staan in de juiste volgorde?
A
seize, quinze, dix-sept
B
quinze, seize, dix-sept
C
seize, cinq, dix-sept
D
quinze, six, dix-sept
Slide 26 - Quiz
Schrijf de getallen voluit: 15 + 13 + 8
A
cinq + treize + huit
B
quinze + trois + huit
C
quinze + treize + huit
D
quinze + treize + wiet
Slide 27 - Quiz
Vertaal: Wij hebben een zus.
Slide 28 - Open question
vertaal in het Frans:
JULLIE
A
nous
B
tu
C
je
D
vous
Slide 29 - Quiz
vertaal in het Frans:
JIJ
A
nous
B
tu
C
je
D
vous
Slide 30 - Quiz
vertaal in het Frans:
ZIJ (mv)
A
tu
B
ils
C
elle
D
vous
Slide 31 - Quiz
vertaal in het Frans:
HIJ
A
nous
B
tu
C
je
D
il
Slide 32 - Quiz
vertaal in het Frans:
IK
A
nous
B
tu
C
je
D
il
Slide 33 - Quiz
Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord avoir.
Slide 34 - Open question
Au revoir
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Verbe avoir (présent)
November 2022
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
ww op ER, getallen tm 20, avoir (voorbereiding TW2 GL1)
January 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Ch 1 - les 4
November 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Frans: avoir of être
December 2021
- Lesson with
10 slides
Frans
Lager onderwijs
Ch 1 - les 5
November 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1HV - voorbereiding SO2 chapitre 1
September 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les Frans 7 juni 2021
June 2021
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Test diagnostique
February 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1