1HV - voorbereiding SO2 chapitre 1

Préparation SO2 chap. 1
  • Ik ken voca + zinnen van bron EF
  • Ik kan het werkwoord avoir (hebben) gebruiken
  • Ik ken de getallen t/m 20
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Préparation SO2 chap. 1
  • Ik ken voca + zinnen van bron EF
  • Ik kan het werkwoord avoir (hebben) gebruiken
  • Ik ken de getallen t/m 20

Slide 1 - Slide

VOCA EF
Pak je woordenlijst voor je (p. 52-53) !

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Mind map

familieleden

Slide 4 - Mind map

dingen

Slide 5 - Mind map

tijdsaanduidingen

Slide 6 - Mind map

Geef in het Frans antwoord op de vraag:

"Tu as quel âge ?"

Slide 7 - Open question

Geef in het Frans antwoord op de vraag:

"Tu as un animal ?"

Slide 8 - Open question

Welke vraag hoort bij het volgende antwoord:

"Il a 13 ans."

Slide 9 - Open question

Welke vraag hoort bij het volgende antwoord:

"Oui, j'ai une soeur, Isabelle."

Slide 10 - Open question

Welke vraag hoort bij het volgende antwoord:

"C'est le 06-35 68 94 67."

Slide 11 - Open question

Vertaal in het Frans:

Wij lachen altijd met de oom.

Slide 12 - Open question

Vertaal in het Frans:

Dus wij spelen goed in een zwembad.

Slide 13 - Open question

Avoir
Hoe gaat dit werkwoord ook alweer?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

avoir
=
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 16 - Drag question

Welke vorm van avoir kies je als het onderwerp van de zin een naam of een persoon of ding is?
(bvb Frits, Klaartje, le garçon, etc.)

Slide 17 - Open question

Welke vorm van avoir kies je als het onderwerp van de zin meerdere namen of personen of dingen is?
(bvb Frits & Klaartje, les garçons, etc.)

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in:
Vous ____ une soeur?

Slide 19 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in:
Tu ____ un chat ?

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in:
Vincent ____ un oncle ?

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in:
Ils ____ une piscine ?

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in:
Les familles ____ un problème ?

Slide 23 - Open question

Getallen t/m 20
Ken je ze nog?

Slide 24 - Slide

0

Slide 25 - Video

sept
dix
quatre
six
un
neuf
cinq
huit
deux
trois
quinze
onze
quatorze
dix-sept
dix-huit
dix-neuf
douze
seize
vingt
treize
1
2
3
5
4
6
7
8
9
10
11
17
16
18
20
12
13
14
15
19
Les nombres

Slide 26 - Drag question

Schrijf in het Frans in letters op:

29

Slide 27 - Open question

Schrijf in het Frans in letters op:

23

Slide 28 - Open question

Ben je op deze punten verder?
  • Ik ken voca + zinnen van bron EF
  • Ik kan het werkwoord avoir gebruiken
  • Ik ken de getallen t/m 20

Slide 29 - Slide

Bonne chance met leren !

Slide 30 - Slide