V1 NN6 H5 aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord

Voorwaarden voor deelname aan een online les:
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorwaarden voor deelname aan een online les:

Slide 1 - Slide

Opdracht in tweetallen:
Verdeel de onderstaande woorden in twee groepen: welke woorden horen volgens jullie bij elkaar? Er zijn verschillende goede oplossingen.
deze – wie  – daar – dit – welk – die – wat – dat

Fluister met elkaar. 
Noteer jullie antwoord in Word/ Pages/ Notes
Je hebt 2 minuten.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Opdracht bespreken:
wie, welk, wat vragen naar iets 

en 

deze, daar, dit, die en dat wijzen iets aan


Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
- Je kunt een aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord herkennen in de zin.

Slide 4 - Slide

Bekijk de uitleg van de methode:

Slide 5 - Slide

Gebruik deze les ook:
> HV1 woordsoorten die je dit jaar moet kennen
> Studiewijzer periode 3

Slide 6 - Slide

Kies:
  1. Met de klas: luister mee met de uitleg, maak daarna de opdrachten. 
  2. Zelfstandig: lees/ bekijk zelf de uitleg van de methode + maak daarna de opdrachten.

Slide 7 - Slide

Doe je mee met de les?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Wie
Wat
Welk(e)
Wat voor (een)
> Leer deze woorden uit je hoofd...
> De woorden duiden een vraag aan.
> Staan niet altijd aan het begin van een vraagzin
> Meer vr.vnw zijn er niet!

Slide 9 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, dezelfde, hetzelfde

Dat jasje heb ik op die markt gekocht.
> het aanw.vnw. wijst iets aan...

Slide 10 - Slide

Onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw)
> Verwijzen niet naar specifieke personen of zaken, maar hebben een heel algemene (dus 'onbepaalde') verwijzing. 

> iemand, niemand, iedereen, men, menigeen, het, (zo)iets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e)

Slide 11 - Slide

Onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw)
> Verwijzen niet naar specifieke personen of zaken, maar hebben een heel algemene (dus 'onbepaalde') verwijzing. 
Bijzondere gevallen:
> 'Je'  is onbepaald als het men betekent. (Met dit weer kan je beter thuisblijven.)
> 'Wat'  is onbepaald als het iets betekent. (Heb je nog wat gekocht in Rotterdam?)
> 'Het'  is onbepaald als het nergens naar verwijst, maar tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft. (Het is vier uur en buiten is het guur.) 

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
>>Maak H5 aanwijzend, vragend en onbepaald vnw: S, 1, 2, 4, 7B
>> Stel je vragen!
Klaar?
Volg de studiewijzer - bekijk zelf de Lesson-Up-lessen.















































Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.


Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent
.







Let op:
       > bij score onder 60%
       > als je dat met mij hebt afgesproken.

Slide 13 - Slide

Geef een voorbeeld van een onbepaald voornaamwoord.

Slide 14 - Open question

Noteer de onbepaald voornaamwoorden uit de zin:

Zou je zoiets volgende keer niet meer tegen iemand willen zeggen, Sven?

Slide 15 - Open question

Wanneer is 'wat' een onbepaald voornaamwoord?

Slide 16 - Open question

Wanneer is 'je' een onbepaald voornaamwoord?

Slide 17 - Open question

Wanneer is 'het' een onbepaald voornaamwoord?

Slide 18 - Open question

Wat is het onbepaalde voornaamwoord in deze zin:
Heb jij al iemand in gedachte als derde zanger voor onze boyband?

Slide 19 - Open question

Maak een zin waarin het woord "Het" een lidwoord is en een zin waarin het woord "Het" een onbepaald voornaamwoord is.

Slide 20 - Open question