SCHRIJVEN A1*Gebruikt soms ''en'' en ''dan'' - altijd correct.
*Veelvoorkomende woorden en standaardcombinaties,, zoals: hoe gaat het?
*Geen lidwoorden of soms - meestal niet correct.
SCHRIJVEN A2*Gebruik ''want'', ''en'', ''maar'', ''omdat''. Meestal correct.
*Gebruikt ''deze'', ''die'', ''dat''. Niet altijd correct.
*Kan opsommingen gebruiken. Niet altijd correct.
*Beperkte set van veelvoorkomende woorden.
*Vergeet soms lidwoorden, maar gebruikt ze wel.