We gaan een discussie voeren.
Er komt straks een stelling op het bord.
Schrijf je mening op je papier.
Kies uit: helemaal mee eens, een beetje mee eens, helemaal oneens, een beetje oneens.
Schrijf op een papier ook op waarom dat je mening is.
Bijvoorbeeld
Stelling 1: ''Ik ben het helemaal oneens, want ...''
Stelling 2: ''Ik ben het een beetje eens, omdat ...''
Stelling 3: ''Ik ben het helemaal eens. Ik vind ...''