This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Nieuwe religieuze bewegingen
Les 1: introductie
Periode 3
vwo-5
Slide 1 - Slide
Lesdoel en lesopbouw
Kennen: het onderwerp voor komende periode
Kunnen: meedoen met stellingen, zelfstandig lezen van een tekst
Stellingen
Korte uitleg + woordweb
Uitleg deze periode
Opdracht uit werkboek
Reflectie: wat weten we nu?
Slide 2 - Slide
Je moet een beetje gek zijn om religieus te zijn.
eens
oneens
Slide 3 - Poll
Religie zal ooit verdwijnen.
eens
oneens
Slide 4 - Poll
Moraal, ethiek of goed gedrag kan niet zonder religie.
eens
oneens
Slide 5 - Poll
Nieuwe religieuze bewegingen
Waar mensen samen iets doen, maken ze afspraken. Of dat nu samen sporten is, een huis bouwen of samen een school stichten: ze maken afspraken.
Zodra deze mensen besluiten tot samenwerken, organiseren ze zichzelf. Zonder afspraken of regels bestaan organisaties niet. Het is een sociologische wetmatigheid.
De wijze waarop mensen georganiseerd zijn, is echter geen wetmatigheid. Hierover beslissen mensen zelf.
Slide 6 - Slide
Nieuwe voetbalclub: wat moet je regelen?
Slide 7 - Mind map
Nieuwe religieuze bewegingen
Het interessante is nu dat dit net zo hard geldt voor levensbeschouwelijke organisaties.
Eén van de hoofdvragen van deze periode: hoe worden nieuwe religieuze bewegingen een instituut? Hoe is bijvoorbeeld het christendom van beweging, naar sekte, naar volwaardige, geïnstitutionaliseerde levensbeschouwing gegaan?
Daarnaast gaan we concreet in op hedendaagse nieuwe religieuze bewegingen. Wanneer is iets een sekte of een cult? Wat zijn de beweegredenen van mensen om zich aan te sluiten bij zo'n groep?
Slide 8 - Slide
Toetsing
Praktische opdracht (PO), presentatie over een nieuwe religieuze beweging (NRB)
TM5 (toetsweek 3): proefwerk, toetsstof: leerboek Wegen naar Wijsheid 4A, hoofdstuk 8, blz. 124 t/m 145
Slide 9 - Slide
Werkboek
Er is ook een werkboek (Word-bestand). Deze staat op Magister > ELO > Studiewijzer.
Hierin staan opdrachten die gaan over de behandelde stof.
Soms geef ik hieruit opdrachten tijdens de les.
De opdrachten uit het werkboek bereiden je goed voor op de toets. Het type vraagstelling komt overeen.