This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nask
M2
Hoofdstuk 7: elektriciteit
boek: p140
Slide 1 - Slide
schoolregels
als de docent praat ben je stil
als de docent praat is je device gesloten
in de klas praat je in een taal die iedereen verstaat
op een vraag probeer je altijd antwoord te geven
discussies die niet over de lesstof gaan buiten de les om
Slide 2 - Slide
Nask regels
zitten volgens de plattegrond
telefoon in de telefoontas
opgeladen device bij je
boeken en ruitjesschrift bij je
spullen liggen klaar voor het begin van de les
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
vorige les?
Slide 5 - Mind map
7.2 De Stroomkring
Planning:
10' Theorie
15' zelfstandig aan het werk
30' Practicum
15' teruggave toets
5' afronding les
Slide 6 - Slide
leerdoelen
wanneer loopt er stroom?
geleiders en isolatoren
het gevaar van elektriciteit
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
7.2 De stroomkring
Uitleg spanning & stroomsterkte
met water
De hoeveelheid water (in liters) dat per seconde een bepaald punt in de rivier passeert, is vergelijkbaar met de grootte van de stroom (in ampère).
De snelheid of kracht van het water zegt iets over de spanning (volt). Is er veel hoogteverschil? Dan beweegt het water sneller en is de spanning hoger.
Het vermogen geeft aan hoeveel energie het stromende water genereert: hiervoor zijn zowel de hoeveelheid water als de snelheid van het water van belang.
Slide 10 - Slide
Ampère omrekenen
Slide 11 - Slide
Omrekenen
200 mA = .........................A
3,4 A = .............................mA
67 A = ..............................mA
7800 mA = .......................A
Slide 12 - Slide
Wanneer loopt ergens stroom?
Als de stroomkring gesloten is.
Als er spanning over staat. (Komt uit een spanningsbron)
Als de stof elektriciteit kan geleiden
Slide 13 - Slide
Wat zijn geleiders of isolatoren?
Geleider:
- Stroom gaat er makkelijk doorheen
- Lage weerstand
Isolator:
- Stroom wordt veel tegengehouden
- Hoge weerstand
IJzer
Koper
Aluminium
Koolstof
Rubber
Steen
Glas
Kunststof
Slide 14 - Slide
Aan de slag
Wat? Maken 7.2 – Opdracht 1 t/m 9
Hoe? Blz. 92 t/m 93
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 10 t/m 15 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Maak een samenvatting van het hoofdstuk
Slide 15 - Slide
Geef een voorbeeld van een stroombron
Slide 16 - Open question
Gaat stroom overal doorheen? Geef een voorbeeld van wel/niet
Slide 17 - Open question
7.2 De stroomkring
Waar kan stroom doorheen?
Metalen laten stroom door (geleid wel) - een stof die stroom doorlaat > geleider - koolstof is ook een geleider
Kunststof laat geen stroom door (geleid niet) - stroomdraden zijn geïsoleerd met kunststof - kunststof is een isolator > een stof die geen stroom doorlaat
Slide 18 - Slide
7.2 De stroomkring
Hoe gevaarlijk is elektriciteit?
Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker het is!
Bij een batterij is zowel de spanning (volt) als de stroomsterkte (ampère) heel klein > niet gevaarlijk, voel je niet.
Bij schrikdraad is de spanning (volt) heel groot en de stroomsterkte (ampère) heel klein > klein stroompje, minder gevaarlijk, voel je heel kort.
Bij een stopcontact is de spanning (volt) heel klein en de stroomsterkte (ampère) heel groot > gevaarlijker, voel je heel goed (kan dodelijk zijn).
Bij een hoogspanningskabel is zowel de spanning (volt) als de stroomsterkte (ampère) heel groot > levensgevaarlijk! Dodelijk.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
wanneer loopt er geen stroom in een stroomkring
Slide 21 - Open question
Aan de slag
Wat? Maken 7.2 – Opdracht 10 t/m 15
Hoe? Blz. 92 t/m 94
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 10 t/m 15 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 22 - Slide
leerdoelen
wanneer loopt er stroom?
geleiders en isolatoren
het gevaar van elektriciteit
Slide 23 - Slide
7.2 De stroomkring
Om te onthouden!
Elektriciteit gebruik je om elektrische apparaten te laten werken.
Er ontstaat een stroom als je een spanningsbron hebt en een gesloten stroomkring.
De spanning bepaalt de energie die een stroom heeft. De eenheid van spanning is volt (V).
De stroomsterkte geeft de grootte van de stroom aan in ampère (A).
Geleiders laten elektrische stroom door. Metalen en koolstof zijn geleiders.
Isolatoren laten de stroom niet door. Kunststof is een isolator.
Hoe gevaarlijk elektriciteit is, hangt af van de stroomsterkte door je lichaam.
Slide 24 - Slide
Volgende week
Huiswerk: opgaven 7.2: 2 t/m 15
(uitgedeelde werkblad p92 - 94)
Lesstof volgende week: lesinhoud paragraaf 7.3: Schakelingen
Slide 25 - Slide
Regels schakeling tekenen
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen RECHT horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn
Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities
Slide 26 - Slide
Schakelschema tekenen
Slide 27 - Slide
Serie schakelingen
1 apparaat kapot= niks doet het meer Handig voor schakelingen met een schakelaar
Slide 28 - Slide
Parallel schakelingen
1 apparaat kapot = de rest doet het nog gewoon Meest voorkomende in huizen
Slide 29 - Slide
Ampère meter
Slide 30 - Slide
Voorbeeld schakelschema
Slide 31 - Slide
Regels schakeling tekenen
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen RECHT horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn
Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities