H5 - Leestekens: aanhalingstekens
- Een citaat (directe rede) - let heel erg goed op de verschillen:
De docent zei: 'Ruim je spullen op en wacht op de bel.''Jij moet je kamer nu opruimen!' schreeuwde mijn moeder.
'Ik ga naar huis' , zie mijn broer. 'Zie ik jullie morgen weer?'
'Je kunt ervan uitgaan,' zei de rector, 'dat de leerlingen steeds beter online lessen kunnen volgen.'
- Het woord zelf wordt bedoeld en niet de betekenis: Schrijf je 'sowieso' met een s of een z?
- Het woord of de woordgroep wordt op een speciale manier gebruikt: Toen de klas te laat kwam, zei de leraar dat we weer 'lekker op tijd' waren.