7e les - mnl vrl llamarse

V2 - español


lidwoorden/mannelijk-vrouwelijk/llamarse


1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

V2 - español


lidwoorden/mannelijk-vrouwelijk/llamarse


Slide 1 - Slide

Beantwoord in 2 zinnen: 1. ¿Cómo te llamas? ¿ Cuál es tu apellido?

Slide 2 - Open question

En la clase de hoy:
La frase de la clase
Los deberes
mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
De lidwoorden
Llamarse y deletrear
Audición
Evaluación
Los deberes para la próxima clase

Slide 3 - Slide

La frase de la clase:
'Puedes repetirlo, por favor?

Slide 4 - Slide

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Vosotros...........españoles.
1. María.........una chica muy inteligente.
2. Yo y Carlos................amigos.
5. Tú...........muy guapo.
4. Zoë y Tess .................alumnas.
6. Yo.....profesor de español.
soy
eres
son
sois
somos
es

Slide 5 - Drag question

Vocabulario - ¿masculino o femenino?
In groepjes van 4
Stap 1: Sorteer de kaartjes – match de plaatjes met de woorden.
Stap 2: ¿listos?/klaar?De docent loopt langs en laat je weten of het klopt.
Stap 3: maak 2 groepen: een groep met mannelijke woorden en een groep met vrouwelijke woorden
. Wat denken jullie dat de regel is?
Stap 4: ¿listos?/klaar?De docent loopt langs en laat je weten of het klopt.

Slide 6 - Slide

Wat denken jullie dat de regel is?
Wanneer is een woord mannelijk en wanneer vrouwelijk?

Slide 7 - Open question

Cuaderno de apuntes (aantekeningenschrift)

Slide 8 - Slide

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
la
los
las
el
profesora
música
mesa
libro
bolígrafos
carpetas
alumnos
sillas
pizarras
borrador

Slide 9 - Drag question

Diálogo

1. begroeten
2. vragen hoe het met de ander gaat
3. vragen naar naam
4. vragen naar woonplaats
5.Vraag naar verjaardag
6.Vraag naar telefoonnummer
7.Vraag naar nacionaliteit
8. Vraag naar broers of zussen
9. Vraag of iemand huisdieren heeft
10. afscheid nemen
Maak vragen om achter deze info te komen in het Spaans. Escribe las frases en tu cuaderno de ejericios
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Presentarse
  • Stel de vragen aan je klasgenoot in het Spaans
  • Je klasgenoot antwoordt in het Spaans
  • Je schrijft zijn/haar antwoorden op (in de 3e persoon enk!)
  • Dan gaat je klasgenoot de vragen stellen.
  • Jouw klasgenoot schrijft jouw antwoorden op.

Slide 11 - Slide

Jezelf voorstellen

Klik hier voor de opdrachten

Slide 12 - Slide

Preséntate en español, en 3 frases

Slide 13 - Open question

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
una
unos
unas
un
chico
carpeta
corchos
amigo
bolígrafos
sillas
alumno
chicas
gomas de borrar
lápiz

Slide 14 - Drag question

En resúmen
timer
10:00
Bepaalde lidwoorden
Bepaalde lidwoorden 
(NL: de, het)
- Enkelvoud
* el libro (mannelijk) 
* la silla (vrouwelijk)

- Meervoud
* los cuadernos (mannelijk) 
* las mochilas (vrouwelijk)
Onbepaalde lidwoorden
Onbepaalde lidwoorden
(NL: een)
- Enkelvoud
* un bolígrafo (mannelijk)
* una carpeta (vrouwelijk)

- Meervoud
* unos rotuladores (mannelijk) 
* unas mesas (vrouwelijk)
Uitzonderingen
  • el estudiante = de leerling
  • el estuche = de etui
  • el mapa = de kaart
  • el lápiz = de potlood
  • el rotulador = de stift
  • el borrador = de bordveger

Slide 15 - Slide

Menciona una cosa que has aprendido en la clase de español hoy:

Slide 16 - Mind map

Los deberes
Herhalen:
Estudiar: herhalen - alles van de voorgaande lessen (uitspraak, spellen, klassenzinnen, persoonlijke voornaamwoorden, ww SER. TENER. Woordenlijsten reader unidad 1: herhalen: información personal 25,26 & 27 los números 0 tm 20 (reader blz 29 & 29)
woordenlijst vocabulario básico blz 29 reader
Nieuw: regels mannelijk/vrouwelijk, de lidwoorden  (el/la/los/las en un/una/unos/unas) in het Spaans (aantekeningen)

Maken: reader: oef 25, 27 (blz 17 & 18 reader)

Slide 17 - Slide