Unité 6 Émotions

Unité 6
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Unité 6

Slide 1 - Slide

Lisez
Page 88 & 89
+
Réponds aux questions. 

Vlog ex 1 et 2

Slide 2 - Slide

Émotions

Exercice 3


Les devoirs:
5 et 6 t/m 6
leren apprendre 1

Slide 3 - Slide

écouter
Luisteren 9

Maken 10

Luisteren 12, 13, 14

Slide 4 - Slide

Imparfait of passé composé?
Deze tijden gebruik je allebei om iets van het verleden uit te drukken, toch is er een verschil:
1. de imparfait gebruik je voor een gewoonte of een beschrijving in het verleden.
Quand j'étais petit, je jouais avec les LEGO (toen ik klein was, speelde ik met LEGO)
2. de passé composé: gebruik je voor een actie in het verleden
Hier, j'ai joué au tennis avec mon voisin (gisteren heb ik getennist met mijn buurman)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

"Ils parlent" in de imparfait:
A
Ils parlaient
B
Ils parlions
C
Ils parlait
D
Ils parliez

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

"Tu es gentil" in de imparfait:
A
Tu ésais gentil
B
Tu étais gentil
C
Tu étions gentil
D
Tu était gentil

Slide 10 - Quiz

Zet in de imparfait
il (travailler)
A
il travaillais
B
il travaillait
C
il travaillerais
D
il travaillerait

Slide 11 - Quiz

Nous parlons français.
(imparfait
A
nous parlons français.
B
Nous parlions français.
C
Nous parliez français.
D
Nous parler francá

Slide 12 - Quiz

Maak
16a, 16b1 t/m 4 en 16b.2 t/m 4. 
leren apprendre 1,2,4. 

Slide 13 - Slide

Lisez exercice 17
Beantwoord de vraag en leg uit waarom. 

Slide 14 - Slide

Exercice 24
Maak 24 in tweetallen 

25 alleen

Slide 15 - Slide

Hoe voel jij je vandaag? Antwoord met een emoji.

Slide 16 - Open question

Quand presque tout va mal.
Lezen.
Beantwoord de :
wie, wat waar, waarom, wanneer? 

Slide 17 - Slide

Les devoirs
lezen lire extra page 126
Maak de 2 sterren of 3 sterren opdrachten. 

Slide 18 - Slide

Tekst
Bespreken huiswerk. 

Slide 19 - Slide