V4 do. 14/01

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bonjour!

Le programme pour aujourd'hui:

- Mk. oefeningen werkw. oefentoets 

- Oefenvragen bijwoord/bijv.nmw

- Quizlet voca.

- HW: leren voor de toets!

- Vragen stellen

L'adverbe/Het bijwoord.
Waar of niet waar?
Een bijwoord zegt iets over een
ander werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijwoord of hele zin.

1. waar
2. niet waar

J'ai une chaise confortable
(confortable)
Is dat een.... of een .....

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

Remplis / Vul in:
Kies en kijk goed of het een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord is.
J'ai ____________ réfléchit à ce qu'il m'a dit.

1. sérieusement
2. sérieuse
3. sérieux
4. sérieuxement

Adjectif / Adverbe?
Elle prépare (snel) une tarte

1. rapide
2. rapidement
3. vite
4. rapid

Vertaal: Zij zingt goed.

vertaal: Le blouson est (te lang)

Vertaal: Mijn vriendin luistert slecht. Maar ze is intelligent en wij werken. Gelukkig is het huiswerk klaar.

https:

Les devoirs pour lundi:

- Leren de woordjes van A, B en C

- Leren grammatica A, B en C