Communicatie 5 tekststructuur

Communicatie 5 tekststructuur

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Communicatie 5 tekststructuur

Slide 1 - Slide

Programma
-Huiswerk controleren + nakijken
10 min
-Herhalen tekstindeling
10 min
-Tekststructuur
10 min
-Klassikaal oefenen

-Zelfstandig oefenen
15 min

30 min

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat een vaste tekststructuur is en wat de vijf hoofdmodellen zijn;
  • Je kan je oriënteren op een tekst en daarin de tekststructuur herkennen;
  • Je kan uitleggen en bedenken waarom een bepaalde structuur bij een tekst past;
  • Je kan een passende structuur kiezen voor een tekst en de tekst uitwerken volgens die structuur. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
In Classroom staat een mapje met de titel "antwoorden". 
In dat mapje zie je de antwoorden van de gemaakte opdrachten van vorige week. 
Kijk zelf je werk (goed) na. 

Slide 4 - Slide

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Wat is geen functie van een inleiding?
A
onderwerp aangeven
B
voorbeeld geven
C
vraag stellen
D
advies geven

Slide 5 - Quiz


Lees de inleiding
nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
enkel aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 6 - Quiz

Inleiding


Een zakelijke tekst bestaat meestal uit een inleiding, middenstuk en slot. 

Een inleiding van een tekst wordt bijna altijd het onderwerp genoemd. Daarnaast wordt bijvoorbeeld:
- de aanleiding voor het schrijven genoemd;
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven;
- een anekdote verteld;
- een belangrijke vraag gesteld;
- een mening of standpunt (over het onderwerp) gegeven;
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
- een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd;
- iets over de opbouw van een tekst verteld;
- een korte samenvatting van een tekst gegeven. 

Slide 7 - Slide

In het middenstuk ...
A
vind je de hoofdgedachte.
B
wordt een conclusie gegeven.
C
vind je de deelonderwerpen.
D
wordt een advies gegeven.

Slide 8 - Quiz

In het middenstuk
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 9 - Quiz

Middenstuk


In het middenstuk van een tekst worden verschillende zaken behandeld die met het onderwerp te maken hebben. Dat zijn de deelonderwerpen. 

Slide 10 - Slide

Functies van het slot.
Wat is een functie van het slot?
A
de centrale vraag stellen
B
Een advies geven
C
Een samenvatting geven.
D
enkele personen introduceren.

Slide 11 - Quiz

Lees het slot. Wat is de functie van het slot?

A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
een samenvatting geven
D
een toekomstverwachting geven

Slide 12 - Quiz

Slot



In het slot van een tekst  wordt bijvoorbeeld:
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
- een advies gegeven;
- een conclusie getrokken;
- een korte samenvatting van een tekst gegeven;
- een toekomstverwachting genoemd;
- een vraag uit de inleiding beantwoord. 

Slide 13 - Slide

Lees mee
Blz 62

Slide 14 - Slide

Toepassing
Bekijk de advertentie hiernaast. 

-Wat is het doel van de advertentie?
-Welke vaste tekststructuren herken je 
in de advertentie? Leg uit. 

Slide 15 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Communiceren paragraaf 5, opdracht 7-14. 
Hoe?
Oefenboek blz 47-49.
Handboek blz 62-63.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 16:05.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Lezen handboek 64-65.

Slide 16 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat een vaste tekststructuur is en wat de vijf hoofdmodellen zijn.

Je kan je oriënteren op een tekst en daarin de tekststructuur herkennen.
Je kan een passende structuur kiezen voor een tekst en de tekst uitwerken volgens die structuur.  

Je kan uitleggen en bedenken waarom een bepaalde structuur bij een tekst past.

Slide 17 - Drag question