Week 10: Les 2 : Spelling PV

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welkom!

1. Je komt netjes Binnen
2. Je doet je Beller in de telefoontas
3. Je legt je Boeken/device op je tafel
4. Je gaat op je Billen zitten
5. Je kijkt naar het Bord 

10 minuten lezen!

Wat gaan we vandaag doen?

Huiswerkcontrole (5 minuten)

Uitleg: persoonsvorm tt en vt (10 minuten

Zelf aan de slag! (15 minuten)

Afsluiten (5 minuten)

Huiswerkcontrole

Opdracht 1 t/m 4 van H1 Persoonsvorm, onderwerk en gezegde.

Leerdoel

Je leert vandaag de persoonsvorm spellen.

Persoonsvorm tt en vt

Als je een persoonsvorm goed wilt schrijven, moet je eerst weten wat de ik-vorm van het werkwoord is.

Persoonsvorm tt en vt

Tegenwoordige tijd (tt)

• Ik-vorm
• Ander enkelvoud (jij, hij, zij)
• Meervoud: het hele ww
• Tip: Gebruik het werkwoord lopen.

Persoonsvorm tt en vt

Verleden tijd (vt)

• Zwakke werkwoorden: veranderen niet van klank
• Enkelvoud: ik-vorm + de/te
• Meervoud: ik-vorm + den/ten

Persoonsvorm tt en vt

Verleden tijd (vt)

• Sterke werkwoorden: veranderen van klank.
• Schrijf ze zo kort mogelijk.

Zelf aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 4 van H1 Persoonsvorm tt en vt

Boek: blz. 32 (schema wwspelling op blz. 243)

Digitaal: H1 Samen > Persoonsvorm tt en vt > start

HUISWERK!

Afsluiten

• Op welke manier weet je hoe je een (pv) in de tt schrijft?
• Wat zijn zwakke werkwoorden?
• Wat zijn sterke werkwoorden?
• Tot morgen!