1. Week 36 Startles + fictie

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welk gedrag verwacht ik van jullie?

Slide 2 - Mind map

Wat verwacht ik van jullie?
  1. Op tijd in de les.
  2. Telefoon in telefoontas.
  3. Aan het begin van de les pak je je spullen er bij.
  4. Je hebt altijd je spullen bij je. Dat is ook een leesboek.
  5. Luister naar elkaar en naar mij. Dat houdt dus in dat je stil bent als iemand anders aan het woord is.
  6. Niet alvast je spullen opruimen, voordat ik het zeg.
  7. In stilte werken, is ook echt even stil. Je mag van mij altijd muziek luisteren via de laptop.

Slide 3 - Slide

8. Ik probeer niet altijd huiswerk op te geven, maar dan verwacht ik van jullie dat er ook echt goed gewerkt wordt in de les.
9. Tijdens wisselmomenten heb ik altijd een 'signaal'. Ik houd bijvoorbeeld mijn boek omhoog als ik weer iets wil toelichten/uitleggen.

Slide 4 - Slide

Wat verwachten jullie van mij?

Slide 5 - Mind map

Wat wil ik voor jullie betekenen?
- Ik wil er echt voor jullie zijn.
- Ik wil jullie het vertrouwen geven dat jullie het allemaal kunnen.
- Samen gaan we proberen de stof onder de knie te krijgen.

Slide 6 - Slide

Programma P1
1. Fictie/boek:
-Boekendoos/boekpresentatie OMVG
2. Leesvaardigheid:
- DIA-toets (0-meting)
- Formatieve leestoets
- Summatieve leestoets
3. Grammatica zinsontleding:
- Formatieve check zinsdelen PV, O, WG, LV, MV, BWB

Slide 7 - Slide

Boek kiezen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Fictie & Non-fictie
Verzonnen verhalen
Niet-verzonnen teksten

Slide 10 - Slide




  • Verzonnen
  • Vooral voor je plezier

          /                       \               






  • Niet verzonnen
  • Vooral om iets te weten te komen 
Fictie                Non-fictie
Realistisch
Niet-realistisch
Zou echt kunnen gebeuren
Zou niet echt kunnen gebeuren

Slide 11 - Slide

fictie & non-fictie

Slide 12 - Slide

Tekst
Tekstdoel amuseren
  • Als je amuseert, wil je mensen vermaken.
  • Tekstdoel amuseren, tekstsoort amuserende tekst.
  • Tekstvormen bij amuseren:
  • Leesboeken, poëzie, films (geen documentaire).

Slide 13 - Slide

Non-fictie
Realistische fictie
Niet-realistische fictie

Slide 14 - Drag question

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie
Non-fictie
Non-fictie

Slide 15 - Drag question

Pak je lesboek en ga naar blz. 64

Slide 16 - Slide

Ga aan de slag met:
Fictie en non-fictie (blz. 64) opdr. 1
Klaar? Top! Probeer opdracht 2 eens.

Slide 17 - Slide

Schrijf op wat je tijdens deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Mind map