4.3 staatsvorming en centralisatie

Staatsvorming en centralisatie


paragraaf 4.3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Staatsvorming en centralisatie


paragraaf 4.3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en   centralisatie.​
  • Je leert hoe de staatsvorming en centralisatie in Duitsland   mislukten en in Engeland op gang kwam.​
  • Je leert hoe de Bourgondiërs begonnen de Nederlanden te verenigen. 

Slide 2 - Slide

Centralisatie
= vorsten die vanuit een plek een gebied besturen, waarbij voor het hele gebied dezelfde wetten gelden.

Slide 3 - Slide

1. Frankrijk
Na het einde van een 100-jarige oorlog tegen Engeland, startte de Franse koning met centralisatie. 
  • Bestuur vanuit Parijs
  • Betaalde ambtenaren en militairen
  • Centrale belastingen
  • Handhaven van de standenmaatschappij

Slide 4 - Slide

Engelse invloed in Frankrijk
ca. 1170
Frankrijk
100-jarige oorlog (1337-1453)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

2. Duitsland
In het Heilig Roomse Rijk
was er géén centralisatie. 
Elke provincie werd bestuurd
door een andere koning, hertog
of graaf. 

Slide 7 - Slide

3. Engeland
De Engelse koning was delen in Frankrijk verloren, waar Engelse edelen boos over waren. 

Hierdoor lieten ze hem de Magna
 Carta
ondertekenen: een wet die
de koning aan regels bond. 

Slide 8 - Slide

4. De Nederlanden
Vanaf 1384 beginnen steeds Nederlandse
gebieden onder één vorst te vallen:
de hertog van Bourgondië.

Centralisatie mislukt echter;
Maria van Bourgondië tekent in 1477
voor meer macht naar de gewesten
(=decentralisatie

Slide 9 - Slide

  • Maria van Bourgondië
  • Maximiliaan van Oostenrijk 


  • Ferdinand van Aragon
  • Isabella van Castilië 
Bourgondië wordt onderdeel van het Habsburgse Rijk
{
{

Slide 10 - Slide

Staatsvorming en centralisatie


paragraaf 4.3

Slide 11 - Slide

Welke oorzaak past bij het mislukken van de Duitse staatsvorming?
A
De Duitse koning was afhankelijk van de paus.
B
De Duitse koning was afhankelijk van zijn keurvorsten.
C
De Duitse koning moest macht delen met het parlement.
D
De Duitse koning moest de Magna Carta tekenen.

Slide 12 - Quiz

In welk jaar werd Engeland veroverd door Willem de Veroveraar?
A
1046
B
1056
C
1066
D
1076

Slide 13 - Quiz

De Magna Carta is een belangrijke Europees document want...
A
...het doorbrak de macht van de Engelse koning, waardoor het volk macht kreeg.
B
... het doorbrak de macht van Franse koning, waardoor het volk macht kreeg.
C
... het doorbrak de macht van de Duitse koning, waardoor het volk macht kreeg.
D
... het doorbrak de macht van de Bourgondische koning, waardoor het volk meer macht kreeg.

Slide 14 - Quiz

De eerste "Nederlandse" koning was:
A
Karel de Grote
B
Karel de Stoute
C
Filips de Grote
D
Filips de Goede

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

video verhaal van Vlaanderen?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Maken
Je leest 4.3 Blz.  48 en 49

Je maakt opgaven
1 t/m 7  op blz. 40
14 op blz. 41
timer
15:00

Slide 19 - Slide