nask les 5

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nask

Klas binnenkomen

• Ga volgens de plattegrond op je plaats zitten.
• Leg je boek en schrift op tafel.
• De laptop blijft in de tas        
• Aandacht voor de docent

Tijdens de les

• Doe actief mee     
• Bij vragen eerst je vinger opsteken          
  
• Als de docent praat, moet je stil zijn.
• niet eten (ook geen kauwgom)

Nask Les 5

Lesplanning

• Huiswerk bespreken (H2p2-3) en studiewijzer
• Massa 
• Volume (Volume berekenen)
• Huiswerk-afsluiting

Leerdoelen 2.3

2.3.1 Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.

2.3.2 Je kunt het verschil tussen massa en gewicht uitleggen.

2.3.3 Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

2.3.4 Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp en een cilinder berekenen.

Massa

De massa geeft aan hoeveel stof je hebt en wordt gemeten in :

milligram (mg)

gram (g)

kg (kg)

ton (t)

In de natuurkunde zijn massa en gewicht twee verschillende dingen.

massa ≠ gewicht

Massa bepalen

Massa kun je bepalen met een weegschaal door iets te wegen.

g                                                       kg

1 ton = 1000 kg

maak deze omrekeningen in je schrift

Volume

Omrekenen volume/inhoud

Het volume van een vloeistof kun je bepalen met een maatcilinder.

Lees alle drie de maatcilinders correct af.

 Schrijf alle drie de antwoorden om naar kubieke centimeters.

Het volume van een balk

Gegeven:

l = 50 cm  b = 25 cm  h = 30 cm

Gevraagd: V

Oplossing: V = l x b x h

V = 50 x 25 x 30 

V = 37.500 

cm​3​​

Stap 1: Gevraagd

Stap 2: Gegevens

Stap 3: Formule

Stap 4: Berekening

Stap 5: Antwoord

Berekening: gebruik deze stappen!

Gegevens + gevraagd

• l = 5,0 cm
  
• b = 1,0 cm
  
• h = 2,0 cm
• V = ?

Uitwerking

• V = l ∙ b ∙ h
• V = 5,0 ∙ 1,0 ∙ 2,0
• V = 10 cm³

Gegevens + gevraagd

• l = 3,0 cm
  
• b = 2,0 cm
  
• h = 2,0 cm
• V = ?

Uitwerking

• V = l ∙ b ∙ h
• V = 3,0 ∙ 2,0 ∙ 2,0
• V = 12 cm³

Gegevens + gevraagd

• l = 4,0 cm
  
• b = 2,0 cm
  
• h = 3,0 cm
• V = ?

Uitwerking

• V = l ∙ b ∙ h
• V = 4,0 ∙ 2,0 ∙ 3,0
• V = 24 cm³

Het volume v.e. cilinder (h/vwo)

V = π     h

V = π x 1,5 x1,5 x 5

V = 35,33 cm3

 

 

r​2​​

Welk woord weg?

1-massa

2-kilogram

3-weegschaal

4-kubieke centimeter

5-gram

Welk woord weg?

1-  lengte x breedte x hoogte

2-  V

3-  ton

4-  liter

5-   kubieke meter

Welk woord weg?

1-cilinder

2-regelmatig voorwerp

3-volume

4-liter

5-weegschaal

Huiswerk-Afsluiting

Wat hebben we geleerd in deze les?

Lees H2 P3 en maak de opdrachten

                       Studiewijzer!!

Wat vond je van deze les?
1 2 3 4 5

😒🙁😐🙂😃