4.3B Crisis in de wereld

Crisis in de wereld
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Crisis in de wereld

Slide 1 - Slide

Even gaat het goed
Tussen 1924 en 1929 bloeit de economie in Europa weer op. Berlijn wordt een bruisende stad.
Berlijn werd de stad voor dans en cabaret
Berlijn bloeide op na 1924

Slide 2 - Slide

Beurskrach
In 1929 stortte de Amerikaanse beurs in. Veel Amerikanen hadden geld geleend om aandelen te kopen. Ze hoopten zo rijk te worden. Toen de beurs instortte waren ze hun geld kwijt. Velen raakten ook werkloos. Daardoor konden ze geen producten meer kopen. Het gevolg was een wereldwijde economische crisis.
De economische crisis trof rijke en arme mensen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Crisis in Duitsland
De crisis raakte Duitsland extra hard. De Amerikanen wilden hun geld terug. Duitse bedrijven gingen failliet en veel Duitsers raakten werkloos. 
Foto van een Duitser tijdens de economische crisis. Hij is op zoek naar werk en wil alles wel doen.

Slide 6 - Slide

Onvrede in Duitsland
In Duitsland twijfelden mensen over de democratisch gekozen regering. Het had ze immers de Vrede van Versailles gebracht en nu ook nog een economische crisis vonden veel mensen. 
In Duitsland braken protesten uit tegen het verdrag van Versailles, veel Duitsers vonden het oneerlijk.

Slide 7 - Slide

Welke twee landen ontstonden er na WOI in Europa?
A
Joegoslavie en Nederland
B
Polen en Zwitserland
C
Polen en Joegoslavie
D
Belgie en Ierland

Slide 8 - Quiz

Welk land kwam met het Dawesplan om Duitsland te helpen?
A
De VS
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Turkije

Slide 9 - Quiz

In welk jaar breekt er een zware economische crisis uit?
A
1918
B
1929
C
1930
D
1933

Slide 10 - Quiz

Hoe denken sommige Duitsers over democratie na 1929?
A
Ze zijn er heel tevreden over
B
Positief, het heeft ze veel goeds gebracht
C
Negatief, het brengt ze veel slechts
D
Negatief, ze mogen niet meer stemmen

Slide 11 - Quiz

Russische Revolutie
In 1917 brak er in Rusland een revolutie uit. Een revolutie is een grote plotselinge verandering in een korte tijd.
Rusland werd communistisch en kreeg een nieuwe naam: Sovjet-Unie.
De communisten grepen onder leiding van Lenin in 1917 met geweld de macht. Ze vermoordden de tsaar en zijn familie.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Communisme
In een communistisch land zijn alle fabrieken en grond van de staat. De regering probeerde er voor te zorgen dat iedereen in de Sovjet-Unie hetzelfde verdiende. Sommige Duitsers vonden dat dit in hun land ook moest gebeuren.
In Duitsland gingen de communisten ook de straat. Er braken vaak vechtpartijen uit tussen communisten en andere groepen. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

In welk jaar was de Russische Revolutie?
A
1917
B
1918
C
1930
D
1933

Slide 16 - Quiz

Wie was de leider van de communisten?
A
Keizer Wilhelm II
B
Adolf Hitler
C
Lenin
D
Napoleon

Slide 17 - Quiz

Welke omschrijving past het beste bij communisme?
A
Boeren mogen zelf weten wat ze verbouwen
B
De overheid bepaald wat er geproduceerd in fabrieken en landbouw
C
Ondernemers zijn de baas over hun fabriek en winkel
D
Er zijn grote verschillen tussen arm en rijk

Slide 18 - Quiz

Personen
Keizer Wilhelm II
Lenin

Begrippen
Vrede van Versailles
Herstelbetalingen
Beurskrach
Russische Revolutie
Communisme
Jaartallen
1917
1918
1919
1924
1929

Slide 19 - Slide

Aan de slag
BK: lezen p.102 + maken opdracht 5 t/m 9 op p.103

KGT: lezen tekst op tekstboek p.67  + maken opdracht 5 t/m 9 wb p.72

Slide 20 - Slide

Stuur een foto van het gemaakte werk naar dvandeminkelis@bbonderwijs.nl (je mag het ook typen in een Word-bestand)
Zorg dat de je antwoorden goed leesbaar zijn en dat de foto scherp is!

Slide 21 - Slide

Dit was week 20

Slide 22 - Slide