Het naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer werkwoorden en een (zelfstandig, bijvoeglijk, enz.) naamwoord.
Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets is.
Eigenschappen (iets zijn) worden gekoppeld d.m.v. een koppelwerkwoord!