V1 Oefenen Grammatica Zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom A1AT

Vandaag

1. Lezen leesboek 3
2. Huiswerk nakijken
3. Herhalen zinsdelen
4. Woordsoorten
5. Zelfstandig werken aan de opdrachten

Lezen

Doel van de les

Het herhalen van de zinsdelen en woordsoorten

Nieuw: bijwoord en voorzetsel 

Grammatica

Zindelen

Woordsoorten

Welke zinsdelen ken je?

Grammatica zinsdelen

pv

WWG

OW

LV

MV

Redekundig ontleden is

1. woorden benoemen
2. zinsdelen benoemen

Wat is taalkundig ontleden?

1. zinsdelen benoemen
2. woordsoorten benoemen
3. zinnen splitsen

Wat zijn voorbeelden van zinsdelen?

1. zelfstandig naamwoord
2. onderwerp
3. werkwoordelijk gezegde
4. werkwoord

Hoe weet je of iets een zinsdeel is?

1. Het heeft als geheel dezelfde functie.
2. Het blijft in elke volgorde bij elkaar (als de betekenis niet verandert).
3. Het kan als geheel voor de persoonsvorm komen te staan.
4. Alle antwoorden (A, B en C).

Benoem de zinsdelen in de volgende zin. Ik heb de zinsdelen vast gemaakt: Mijn ouders hebben een huis gekocht.

Persoonsvorm

Gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Mijn ouders

hebben

een huis

gekocht.

Ik weet dat niet.

Wat is 'dat' voor zinsdeel?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Benoem de zinsdelen van de volgende zin: 

Joris heeft zijn moeder een cadeau gegeven.

Persoonsvorm

Gezegde

Onderwerp

Lijdend

voorwerp

MV

Joris

heeft

zijn moeder

een cadeau

gegeven.

Benoem de zinsdelen

Pv en wwgezegde

Ow

Lv

Mv

Hij

mailt

zijn collega

de documenten.

Benoem de zinsdelen

PV =

WWG

OW = 

LV = 

Overig =BWB

Stijn

heeft

sinds kort

een baantje als vakkenvuller

De boot ligt aan de kade

aan de kade =

1. OW
2. Ander zinsdeel (BWB)
3. MV
4. LV

Benoem de zinsdelen

PV =

Gz = 

OW = 

LV = 

De kinderen

hebben

goede resultaten

behaald..

4)Welke zinsdelen benoemen samen het werkwoordelijk gezegde?

De burgemeester 1 / had 2/ die voetbalwedstrijd 3/ verboden 4 ./

1. 1 en 4
2. 2 en 3
3. 2 en 4
4. 3 en 4

Welk zinsdeel benoem je als onderwerp in de volgende zin?

'In 1977 werd bij Velsen het skelet van een Romein gevonden in een waterput.'

1. het skelet
2. een Romein
3. Velsen
4. het skelet van een Romein

Niemand heeft mij iets gevraagd. 

Benoem het zinsdeel 'iets'

sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast

Onderwerp (ow)

werkwoordelijk gezegde (wg)

naamwoordelijk gezegde (ng)

lijdend voorwerp

(lv)

meewerkend voorwerp (mv)

bijwoordelijke

bepaling (bwb)

Huiswerk nakijken

H21 opdr 6 nakijken

Woordsoorten

• olw

• blw
• znw
• bnw
• zww
• hww

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'zijn'

1. zn
2. ww
3. bn
4. lw

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' =

1. zn
2. zww
3. bn
4. lw

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is een............

1. zn
2. ww
3. bn
4. lw

Grammatica H36

Bijwoorden en voorzetsels

Voorzetsel

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 

hoef je te gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Aan

het

water

zat

een

slaperige

visser.

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 

hoef je te gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Voorzetsel

Op

maandag

zit

Naomi

aan

de

kassa.

Bijwoord

Over wat door soort woorden geeft een bijwoord informatie?

Zoek het bijwoord:

Morgen geef ik een feestje.

1. morgen
2. geef
3. een
4. feestje

Zoek het bijwoord:

1. Ik
2. altijd
3. heb
4. pech

Opdrachten

• Goed lezen blz 146 en 148
• Maken H36 opdr 1, 3 en 6 (alleen de voorzetsels en niet de achterzetsels)
• Ben je klaar, dan ga je nog even lezen in je leesboek

Huiswerk voor vrijdag 17 februari

Leren H21, H22 en H36

Maken H36 opdr 1, 3 en 6

Ik

hang

mijn jas

aan de kapstok

OW

LV

WWG

Ander zinsdeel/BWB

MV