This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
H4.2 Smeltpunt en kookpunt
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling H4.1
Stoffen herkennen aan de fase (15 min)
Smeltpunt en kookpunt (15 min)
Kookpunt en luchtdruk (10 min)
Afsluiten (5 min)
Slide 2 - Slide
Onthoud H4.1
Je hebt zuivere stoffen en mengsels. In een zuivere stof zit één soort moleculen. In een mengsel zitten minimaal twee soorten moleculen.
Mengsels kun je zuiveren door scheidingsmethoden te gebruiken. Voorbeelden van scheidingsmethoden zijn filtreren en indampen. Bij het scheiden van stoffen sorteer je moleculen.
De eigenschappen van een stof kun je alleen vaststellen door de zuivere stof te bekijken en te onderzoeken. Alleen dan weet je zeker of de onderzochte eigenschappen echt bij die ene stof horen.
Enkele stofeigenschappen zijn geur, kleur, oplosbaarheid, elektrische geleiding en dichtheid.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen H4.2
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur.
4.2.2 Je kunt het smeltpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.3 Je kunt beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
4.2.4 Je kunt het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.5 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.
Slide 4 - Slide
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur
Slide 5 - Slide
Wel stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase (bij kamertemp.)
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water
Elektrische geleiding
Dichtheid
Geen stofeigenschappen:
Temperatuur
Vorm
Massa
Volume
Slide 6 - Slide
Elke stof heeft zijn eigen smeltpunt en kookpunt:
lager dan smeltpunt:
vaste stof
tussen smeltpunt en kookpunt:
vloeistof
hoger dan kookpunt:
gas
Slide 7 - Slide
Graden celcius naar Kelvin
0 graden Celcius is 273 Kelvin
0 Kelvin is -273 graden Celcius
Slide 8 - Slide
Maak opdracht 1, 6 en 7
Slide 9 - Slide
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur
Slide 10 - Slide
4.2.2 Je kunt het smeltpunt en het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Kookpunt & smeltpunt
Slide 13 - Slide
Maak opdracht 2, 3, 8 en 9
Slide 14 - Slide
4.2.2 Je kunt het smeltpunt en het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
Slide 15 - Slide
4.2.3 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.
Slide 16 - Slide
Luchtdruk en kookpunt
Als de luchtdruk lager wordt, gaat het kookpunt omlaag.
Als de luchtdruk hoger wordt, gaat het kookpunt omhoog.
Dat komt doordat dampbellen
zich makkelijker kunnen vormen bij
een lagere druk en moeilijker bij een
hoge druk.
Slide 17 - Slide
4.2.5 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.
Slide 18 - Slide
Zelfstandig werken
Wat: maken opdracht 1 t/m 12 van §4.2
Hoe: online je mag muziek in
Hulp: Docent
Tijd: 20 minuten
klaar: maken test je zelf §4.2
timer
20:00
Slide 19 - Slide
Maak opdracht 4, 5 en 10
5c mag je overslaan
Slide 20 - Slide
Onthoud H4.2
De fase van een stof is een eigenschap waar je een stof aan kunt herkennen. Er zijn drie fasen: de gasvormige, de vloeibare en de vaste fase.
Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij een stof smelt. Als je een vaste stof verwarmt, dan zal hij gaan smelten. Als je doorgaat met verwarmen, zal de temperatuur niet verder oplopen. De toegevoerde warmte wordt dan gebruikt om de stof te laten smelten.
Als je de vloeistof na het smelten weer afkoelt, begint hij op een gegeven moment te stollen. De temperatuur is dan even hoog als tijdens het smelten. Het smeltpunt is dus gelijk aan het stolpunt.
Een stof kookt als in de gehele vloeistof dampbellen ontstaan. De temperatuur waarop een stof kookt noem je het kookpunt. Zolang de stof kookt blijft de temperatuur constant.