4.2 smelt en kookpunt

H4
4.2 smelt en kookpunt
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4
4.2 smelt en kookpunt

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Herhalingsopdracht les gisteren
  • Leerdoelen 4.2
  • Uitleg 4.2
  • Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Opdracht 4.1
Er zijn verschillende manieren om stoffen te scheiden.
 a Van welke stofeigenschap maak je gebruik bij het scheiden van een mengsel met behulp van een filter?

 b Van welke stofeigenschap maak je gebruik bij het scheiden van een mengsel met behulp van een indampen?
Wanneer je een stof gaat scheiden, veranderen de moleculen.
c Is deze stelling waar of onwaar?


timer
3:00

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 4.2
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur.
4.2.2 Je kunt toelichten dat het woord ‘damp’ dezelfde fase aanduidt als het woord ‘gas’.
4.2.3 Je kunt het kookpunt en smeltpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.4 Je kunt beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
4.2.5 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.

Slide 4 - Slide

Welke 3 fases van een stof kennen we?

Slide 5 - Slide

Fases
Vast
Vloeibaar
Gas

Een stof die snel verdampt noemen we vluchtig!


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Kookpunt en luchtdruk
  •  Hoe hoger de luchtdruk, des te hoger het kookpunt.

  • Dat komt doordat er zich minder gemakkelijk dampbellen vormen als de druk op de vloeistof groter is.

  • Meestal wordt het kookpunt van een stof opgegeven bij een ‘standaard’ luchtdruk van 1000 mbar (100 kPa).

Slide 9 - Slide

4.2 Kookpunt en smeltpunt

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Oefening
In tabel 1 staan enkele stoffen en de bijbehorende smelt- en kookpunten.

Welke stoffen zijn gasvormig bij 20 °C?


Slide 12 - Slide

Aan de slag
Lees 4.2 eerst zelf

Maak daarna de volgende opgaves:
1, 3, 4, 6 en 9 

Slide 13 - Slide