Laatste voorbereiding proefwerkweek 2

proefwerkweek 2 leesvaardigheid.


  • Wat er in het proefwerk zeker wordt gevraagd.


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

proefwerkweek 2 leesvaardigheid.


  • Wat er in het proefwerk zeker wordt gevraagd.


Slide 1 - Slide

  • Lees de tekst oriënterend en ga na waarover de tekst gaat.
  • Lees de eerste alinea('s)


het onderwerp van de tekst.

Slide 2 - Slide


  • Lees de tekst globaal en ga naar waar het eerste deelonderwerp begint, je weet dan waar de inleiding eindigt.


Uit welke alinea(’s) bestaat de inleiding?

Slide 3 - Slide


  • Lees de tekst globaal en ga naar waar het laatste deelonderwerp eindigt, je weet dan waar het middenstuk eindigt.
  • Let op slotelementen.


Uit welke alinea(’s) bestaat het slot?

Slide 4 - Slide


  • een samenvatting
  • een afweging
  • een aansporing of aanbeveling
  • een toekomstverwachting


slotelementen

Slide 5 - Slide

  • Ga na welke aspecten van het onderwerp van de tekst worden besproken.
  • Bepaal welke alinea's over hetzelfde aspect gaan.


De deelonderwerpen benoemen

Slide 6 - Slide

  • Lees de tekst globaal en noteer de deelonderwerpen in de marge van de tekst.
  • Geef aan bij welke alinea het deelonderwerp start.


Geef aan welke alinea de openingsalinea is van de delen van het middenstuk.

Slide 7 - Slide


  • Lees de alinea's in het middenstuk nauwkeurig en ga per alinea na wat de hoofdgedachte van die alinea is.
  • Let op: soms moet je informatie van twee zinnen samenvoegen!


- Kernzinnen, ook zelf formuleren

Slide 8 - Slide

  • Markeer de signaalwoorden en bekijk wel tekstverband er bestaat tussen de alinea's


Signaalwoorden van verbanden tussen alinea’s aangeven.

Slide 9 - Slide

  • Markeer de signaalwoorden en bekijk wel tekstverband er bestaat  binnen de alinea.


Signaalwoorden van verbanden binnen alinea’s aangeven.

Slide 10 - Slide

  • Ga na welke functie een tekstdeel heeft.
  • voorbeelden, oplossing, verklaring, argument, voordeel enz.


Functies van alinea’s benoemen

Slide 11 - Slide

  • Ga na wat er in de inleiding wordt geschetst (een probleem, een vraag, een standpunt, een verschijnsel enz.)
  • Ga na wat er in het middenstuk wordt uitgewerkt (voor-nadelen, gevolgen, argumenten, situatie vroeg enz.)
  • Ga na wat er in het slot wordt geschetst (samenvatting, afweging en conclusie enz.)


Tekststructuur aangeven en toelichten!

Slide 12 - Slide

  • Ga na wat er in de inleiding wordt geschetst (een probleem, een vraag, een standpunt, een verschijnsel enz.)
  • Ga na wat er in het middenstuk wordt uitgewerkt (voor-nadelen, gevolgen, argumenten, situatie vroeg enz.)
  • Ga na wat er in het slot wordt geschetst (samenvatting, afweging en conclusie enz.)


Tekststructuur aangeven en toelichten!

Slide 13 - Slide

  • Ga na wat het belangrijkste is wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd, samengevat in één zin.


Hoofdgedachte van de tekst zelf bepalen (geen meerkeuzevraag)

Slide 14 - Slide

  • Ga na wat de schrijver wil bereiken met de tekst.


Belangrijkste tekstdoel benoemen

Slide 15 - Slide

  • beschouwing, uiteenzetting, betoog, recensie, achtergrondartikel, verslag enz.


Wat is de tekstsoort?

Slide 16 - Slide

  • actuele gebeurtenis
  • (voor)geschiedenis beschrijven
  • aantrekkelijk voorbeeld geven
  • belang voor het publiek geven


Welke aandachttrekker de auteur gebruikt heeft.

Slide 17 - Slide

  • oorzaak-gevolg
  • verschillende delen van een toelichting.
  • soms moet je van meer dan één alinea uitgaan.


Schema’s invullen

Slide 18 - Slide

  • kies de juiste definitie, dus niet zelf formuleren
  • precies zoals in de tweede oefentoets.


Woordenschat zoals in de oefentoets (kies de juiste definitie)

Slide 19 - Slide

zelf aan de slag:

- Alle antwoorden van oefentoets 2, Basis en
 cursus Lezen en Argumenteren staan in Magister
 (huiswerk bij deze les).
- Oefen extra met cursus LEZEN ‘Hoe ons brein opbloeit   van muziek’ blz. 95 en 96. Je kunt de opdracht ook online   maken. Je kunt dan meteen de antwoorden controleren.

Slide 20 - Slide