6.4 Komt de overheid rond?

6.4 Komt de overheid rond? 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.4 Komt de overheid rond? 

Slide 1 - Slide

Lesprogramma

  • Terugblik 6.3 (inkomsten van de overheid)
  • Behandeling 6.4 (uitgaven van de overheid)
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan je 
  • uitleggen wat de Rijksbegroting is;
  • miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen
  • uitleggen wat miljoenen nota en rijksbegroting met elkaar te maken hebben; 
  • wat de overheid moet doen als er een begrotingstekort is 

Slide 3 - Slide

Terugblik 6.3 - Inkomsten van de overheid
Soorten belastingen:
  • inkomstenbelasting
  • winstbelasting
  • BTW;
  • Accijns = gebruiksbelasting (tabak, alcohol, benzine)
  • Niet-belasting inkomsten (aardgas, boets...)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Rijksbegroting
  • Overzicht van alle te verwachten inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid
  • Opgesteld door het ministerie van Financiën
  • presentatie tijdens Prinsjesdag

Slide 6 - Slide

Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
  • wat zijn de belangrijkste plannen?
  • wat gaan die plannen kosten?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Rekenen met grote getallen
1 miljard = 1.000 miljoen

Vorig jaar mocht de minister € 17,6 miljard uitgeven, dit jaar €160 miljoen minder. Hoeveel mag hij uitgeven?
€ 17,6 miljard = € 17.600 miljoen
€ 17.600 - € 160 = € 17.440 miljoen 
(of € 17,44 miljard)

Slide 9 - Slide

Begrotingstekort
Tekort: als er meer wordt uitgegeven dan er binnenkomt. Wat te doen?
  • uitgaven verlagen
  • inkomsten laten stijgen
  • meer geld lenen (let op! moet wel met rente worden terugbetaald

Slide 10 - Slide

Begrotingstekort
1. Uitgaven verlagen: dus bezuinigen. Voorbeelden: minder salaris voor ambtenaren, geen nieuwe tanks/vliegtuigen voor het leger, lagere uitkeringen/toeslagen...
2. Inkomsten stijgen: dus meer belastingen, meer accijns
3. meer lenen: maar... Geld lenen kost geld... Dus overheid gaat meer rente moeten betalen

Slide 11 - Slide

Huiswerk
  • Maken opdrachten 6.4

Slide 12 - Slide