Werkwoordspelling 1 (tt)
[SPREKEN]
Gerard _____________ geen een woord Frans.
Gerard _____________ geen een woord Frans.
1 / 14
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
[SPREKEN]
Gerard _____________ geen een woord Frans.
Gerard _____________ geen een woord Frans.
Slide 1 - Open question
[FILMEN]
Ik _____________ de eendjes in de sloot.
Ik _____________ de eendjes in de sloot.
Slide 2 - Open question
[KOKEN]
Jij _____________ elke dag wat anders.
Jij _____________ elke dag wat anders.
Slide 3 - Open question
[DENKEN]
Maaike _____________ dat ze alles beter.
Maaike _____________ dat ze alles beter.
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Open question
[MOETEN]
Jara _____________ de toets nog maken.
Jara _____________ de toets nog maken.
Slide 7 - Open question
[KOPEN]
Hij _____________ een ijsje voor zijn zusje
Hij _____________ een ijsje voor zijn zusje
Slide 8 - Open question
[TREFFEN]
De kinderen _____________ elkaar op het voetbalveld.
De kinderen _____________ elkaar op het voetbalveld.
Slide 9 - Open question
[ZENDEN]
Sophie _____________ voedsel naar een ontwikkelingsland.
Sophie _____________ voedsel naar een ontwikkelingsland.
Slide 10 - Open question
Hoe werd er gewerkt?
Slide 11 - Mind map
Wat heb je deze
les geleerd?
les geleerd?
Slide 12 - Mind map
Ik wil extra uitleg over de tegenwoordige tijd
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Wat vond je van deze les?
