KT2A samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Werkwoordspelling

 samengestelde zinnen en voegwoorden, persoonsvorm tt en vt

In deze lessonup:

H1: samengestelde zinnen

en pv tt en vt

Doel: Aan het einde van de les kun je:

1. Een samengestelde zin herkennen.

2. De pv in samengestelde zinnen benoemen.

samengestelde zinnen

Wat is een samengestelde zin?

Wij hebben gisteren een vis gevangen in de vijver

1. samengesteld
2. niet samengesteld

Daarover hebben we niks te klagen!

1. samengesteld
2. niet samengesteld

Maaike heeft een fiets gekregen, maar Pieter kreeg een boek

1. samengesteld
2. niet samengesteld

Wij hebben een boete omdat we fout geparkeerd stonden.

1. samengesteld
2. niet samengesteld

Noteer het voegwoord:
Wij hebben een boete omdat we fout geparkeerd stonden.

Noteer het voegwoord:
Maaike heeft een fiets gekregen, maar Pieter kreeg een boek

Noteer het voegwoord:
Ik ga met de fiets, want het is mooi weer.

Noteer het voegwoord:
Het is droog, dus we kunnen buiten spelen.

Pv: ?

Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken

pv: ?
Morgen moet je hem maar gaan helpen.

Ik ga fietsen, want ik wil niet lopen.

pv=

1. ga
2. fietsen
3. ga, wil
4. fietsen, lopen

Ik kan een samengestelde zin herkennen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan in samengestelde zinnen de pv benoemen.

😒🙁😐🙂😃

Taak deze week:

Maak H1 taalverzorging 

 over samengestelde zinnen.

Volgende les: