español 3b viernes

español 3b viernes
Hola. 
Bienvenidos. 
Cómo estáis?   Todo bien?
Hoy es viernes el 18 de octubre. 
Son las 3 de la tarde. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

español 3b viernes
Hola. 
Bienvenidos. 
Cómo estáis?   Todo bien?
Hoy es viernes el 18 de octubre. 
Son las 3 de la tarde. 

Slide 1 - Slide

hasta ahora (= tot nu)
  • Spaanse woorden herkennen die op Engelse of Nederlandse woorden lijken

  • lidwoorden en zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud en meervoud 

  • korte teksten lezen en begrijpen 

  • iets over jezelf vertellen

  • persoonlijke voornaamwoorden en werkwoordsvormen

Slide 2 - Slide

hoy
el libro
 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

opdrachten in het boek
pagina 13: nog meer woorden die je herkent
pagina 14: woorden bij afbeeldingen
pagina 17: een kort gesprek 
pagina 18: een e-mail lezen en begrijpen 
pagina 19: uitspraak oefenen 
pagina 20: getallen; persoonlijke voornaamwoorden
pagina 21: werkwoorden vervoegen 
pagina 22: werkwoorden vervoegen

Slide 5 - Slide

hardop oefenen
De hersenen werken als spieren: hoe vaker je iets doet, 
hoe meer ze groeien. 

video's en geluidsfragmenten: luisteren & nazeggen
opdrachten in het boek: maken & hardop oefenen
opdrachten op papier: maken & hardop oefenen
online opdrachten: maken & hardop oefenen

Slide 6 - Slide

yo ... estudiante
A
soy
B
eres
C
es
D
somos

Slide 7 - Quiz

nosotros ... estudiantes
A
soy
B
eres
C
es
D
somos

Slide 8 - Quiz

el/ella ... dentista
A
soy
B
eres
C
es
D
somos

Slide 9 - Quiz

Vosotros ... españoles?
A
es
B
somos
C
sois
D
son

Slide 10 - Quiz

ellos ... mis padres
A
es
B
somos
C
sois
D
son

Slide 11 - Quiz

yo ... clase de español
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 12 - Quiz

Cuántos años ... tú?
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 13 - Quiz

Nosotros ... vacaciones.
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 14 - Quiz

Y vosotros, cuándo ... vacaciones?
A
tiene
B
tenemos
C
tenéis
D
tienen

Slide 15 - Quiz

ellos ... un curso
A
tiene
B
tenemos
C
tenéis
D
tienen

Slide 16 - Quiz

SER = zijn

  1. soy
  2. eres
  3. es
  4. somos
  5. sois
  6. son
TENER = hebben

  1. tengo
  2. tienes
  3. tiene
  4. tenemos
  5. tenéis
  6. tienen

Slide 17 - Slide