Leestekens

lesdoelen
-Je kunt punten, vraagtekens, komma's correct gebruiken.
-Je weet hoe je dubbele punten en aanhalingstekens moet gebruiken bij een citaat.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

lesdoelen
-Je kunt punten, vraagtekens, komma's correct gebruiken.
-Je weet hoe je dubbele punten en aanhalingstekens moet gebruiken bij een citaat.

Slide 1 - Slide

Welke hebben we ook al weer?
punt
vraagteken 
uitroepteken
komma
dubbele punt

Slide 2 - Slide

Waarom leestekens en hoofdletters?




    hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen je weet waar een zin begint en eindigt hierdoor begrijp je de tekst ook beter

    Hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen. Je weet waar een zin begint en eindigt. Hierdoor begrijp je de tekst ook beter.

    Slide 3 - Slide

    Ik hou van je mama.
    Ik zat op haar schoot en viel in slaap.

    Ik houd van katten eten en tv-kijken.

    Kinderen die op de speelplaats spelen ook graag opruimen.
    Ik hou van je, mama.
    Ik zat op haar, schoot en viel in slaap.

    Ik houd van katten, eten en tv-kijken.

    Kinderen die op de speelplaats spelen: ook graag opruimen.

    Slide 4 - Slide

    Slide 5 - Slide

    Slide 6 - Slide

    Wanneer krijg je een komma?
    timer
    0:07
    A
    Einde van een zin
    B
    Voor een verbindingswoord
    C
    Tussen twee persoonsvormen
    D
    Bij extra nadruk

    Slide 7 - Quiz

    Citeren
    Letterlijk opschrijven wat iemand zegt.
    Voor het citaat: dubbele punt.
    Citaat begint met hoofdletter en eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken.
    Citaat moet tussen aanhalingstekens.

    Slide 8 - Slide

    waar of niet waar:
    Je mag een citaat tussen '' '' zetten of tussen ' '.
    timer
    0:07
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 9 - Quiz

    Voor het woordje 'en' kun je een komma krijgen?
    timer
    0:07
    A
    Waar
    B
    niet waar

    Slide 10 - Quiz

    Goed of fout?
    Malika, heb jij een cadeautje gekocht voor Moederdag?
    timer
    0:07
    A
    Goed
    B
    Fout

    Slide 11 - Quiz

    Goed of fout?
    Wat is het budget voor de klassenavond? vroeg Job aan de mentor.
    timer
    0:07
    A
    Goed
    B
    Fout

    Slide 12 - Quiz

    Wat is het budget voor de klassenavond? vroeg Job aan de mentor.
    timer
    1:00

    Slide 13 - Open question

    mag ik uw pen lenen vroeg jente aan de verkoper
    timer
    1:00

    Slide 14 - Open question

    houd toch eens op met die flauwekul marlon
    timer
    1:00

    Slide 15 - Open question

    Wat moet op de plek van nummer 2 staan?
    A
    punt
    B
    vraagteken
    C
    uitroepteken
    D
    komma

    Slide 16 - Quiz