Les 5 - woorden 5a + b & genitivus + dativus

Genitivus & dativus
Woorden 5a + b
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Genitivus & dativus
Woorden 5a + b

Slide 1 - Slide

λέγω
A
slecht
B
met
C
in
D
zeggen

Slide 2 - Quiz

μέλλω
A
de godin
B
hier(heen)
C
zullen, van plan zijn
D
geliefd

Slide 3 - Quiz

πολλοί
A
dapper
B
vragen
C
slecht
D
veel, velen

Slide 4 - Quiz

ἐν
A
in, op, bij
B
werk, daad
C
wapens
D
losmaken

Slide 5 - Quiz

Genitivus
Dativus
τοῖς ἵπποις
τῷ ἑταίρῳ
ταῖς βασιλείαις
καλοῦ
καλῇ
τοῖς ἵπποις
μοί
τῇ οἰκίᾳ
αὐτῆς
τῶν μαχῶν
τοῦ φίλου
τῶν ὅπλων

Slide 6 - Drag question

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τοῦ πολέμου ἐπιθυμῶ
A
Na een voorzetsel
B
Aanvulling bij werkwoord
C
Instrumentalis
D
Meewerkend voorwerp

Slide 7 - Quiz

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

ὁμοῖος τοῖς ξένοις
A
Aanvulling bij bijvoeglijk naamwoord
B
Aanvulling bij werkwoord
C
Causae
D
Possessivus

Slide 8 - Quiz

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τῷ δούλῳ οἰκίαν παρέχει
A
Na een voorzetsel
B
Aanvulling bij werkwoord
C
Meewerkend voorwerp
D
Modi

Slide 9 - Quiz

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

ἡ οἰκία ἡ της βασιλείας
A
Instrumentalis
B
Aanvulling bij werkwoord
C
Na een voorzetsel
D
Possessivus

Slide 10 - Quiz

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τῷ δεσπότῃ ἵππος ἐστι
A
Possessivus
B
Aanvulling bij werkwoord
C
Na een voorzetsel
D
Meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quiz