2.2 Spiegels - Klas 2

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

2C

Slide 3 - Slide

Samen werken aan een rustige gezellige sfeer
  • Laat iedereen uitpraten
     De docent en degene die de beurt heeft
  • Niet schreeuwen, roepen, hard praten
  • Heb een beetje geduld: Soms wordt je vraag pas beantwoord
     na een blokje uitleg.
     
Nooit!
Geluid uit telefoons
Oordopjes in   /   
Gooien   /   Eten/drinken 
Mutsen op   /   Tassen op tafel

Slide 4 - Slide

Regels van orde
1e keer:  Waarschuwing
2e keer: Overschrijven tekst over gedrag in de klas - 5 keer
3e keer: Overschrijven tekst over gedrag in de klas - 10 keer
4e keer: Eruit, naar meneer Wiesman of Brauns

Nooit!
Geluid uit telefoons
Oordopjes in
Eten/drinken
Gooien
  
 

Slide 5 - Slide

2.2 Spiegels

Slide 6 - Slide

Voor vandaag
  • Uitleg - Spiegelbeeld
  • Opdrachten maken bij Spiegelbeeld
  • Uitleg - Spiegelbeelden zien
  • Opdrachten maken bij Spiegelbeelden zien

Slide 7 - Slide

Leerdoelen bij 2.2
Je leert
  • welke eigenschappen een spiegelbeeld heeft
  • hoe je een spiegelbeeld tekent
  • hoe je door het weerkaatsen van lichtstralen een spiegelbeeld ziet 

Slide 8 - Slide

Spiegel
  • Een spiegel weerkaatst de lichtstralen in één richting = spiegelende weerkaatsing 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Spiegelbeeld
Spiegelende weerkaatsing

Slide 11 - Slide

4 eigenschappen van 
het spiegelbeeld:

  1. Spiegelbeeld ziet er hetzelfde uit als het voorwerp voor de spiegel.
  2. Spiegelbeeld is even groot als het voorwerp.
  3. Het spiegelbeeld is even ver van de spiegel als het voorwerp.
  4. Het spiegelbeeld is virtueel ('niet echt', alleen schijnbaar)

Slide 12 - Slide

Spiegelbeeld tekenen:
  1. Het spiegelbeeld is even ver van de spiegel als het voorwerp.

Slide 13 - Slide

Spiegelbeeld tekenen
Meet voor alle punten (A, B en C) de afstand naar de spiegel. 

Slide 14 - Slide

Spiegelbeeld tekenen
Meet voor alle punten (A, B en C) de afstand naar de spiegel. 
Loodrecht

Slide 15 - Slide

Spiegelbeeld tekenen
Meet voor alle punten (A, B en C) de afstand naar de spiegel. 

Slide 16 - Slide

Spiegelbeeld tekenen
Verbind de punten en teken het voorwerp na 

Slide 17 - Slide

Gebruik stippellijnen om afstand te bepalen! 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Let op hoe de spiegel staat!

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Wat: Maken blz. 78 opdracht 23 t/m 26
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 15 min 
Klaar:  1. Nakijken 2. Aan mij laten zien

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Leerdoelen bij 2.2
Je leert
  • welke eigenschappen een spiegelbeeld heeft
  • hoe je een spiegelbeeld tekent

Slide 27 - Slide

Spiegelbeeld zien
  •  Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt 

Slide 28 - Slide

Spiegelbeelden zien

Slide 29 - Slide

Spiegelbeeld zien
  •  Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt 
  • Het licht van het voorwerp gaat via de spiegel naar je oog 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Opdrachten - vervolg
  • Huiswerkcontrole: Hoe heb je 1 t/m 23 t/m 27 gemaakt?

  • Maken Blz. 81 opdracht 29 t/m 34


Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 37 - Slide

Is een spiegel een lichtbron?

Slide 38 - Open question

hoe ziet je spiegelbeeld eruit in een gewone spiegel
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf

Slide 39 - Quiz

In een spiegel lijkt ........ omgedraaid.
A
Boven en onder
B
Links en rechts

Slide 40 - Quiz

lichtstralen op een spiegel weerkaatsen door
A
absorptie
B
spiegelende terugkaatsing

Slide 41 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 44 - Quiz

Je ziet jezelf in de spiegel. Waar lijkt je spiegelbeeld te staan?
A
Recht achter de spiegel, verder dan jij van de spiegel staat
B
Recht achter de spiegel, even ver als jij van de spiegel staat
C
Recht achter de spiegel, dichterbij de spiegel dan jij zelf
D
Schuin achter de spiegel

Slide 45 - Quiz


In de tekening hiernaast staat een figuur voor een spiegel (de rode lijn). Achter de spiegel (rechts van de rode lijn) komt het spiegelbeeld ervan te staan.
Welk spiegelbeeld is het juiste spiegelbeeld?
A
B
C
D

Slide 46 - Quiz

Je gaat een nieuwe rugzak kopen. Je staat voor een spiegel. in welke figuur is het spiegelbeeld goed getekend. 
juist

Slide 47 - Drag question

De schaduw word groter als
A
als de lamp meer licht geeft
B
als je naar de lamp toe loopt.
C
als je van de lamp weg loopt.

Slide 48 - Quiz