C Leesdoelen en -manieren les 2



Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* woorden OB par. C
* oefeningen par. C



Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- weet je wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesmanieren zijn.
- kan je laaggeletterdheid herkennen en een leesmanier toepassen op een tekst.


timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* woorden OB par. C
* oefeningen par. C



Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- weet je wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesmanieren zijn.
- kan je laaggeletterdheid herkennen en een leesmanier toepassen op een tekst.


timer
10:00

Slide 1 - Slide

Woorden par. C
het detail
de drempel
de dyslexie
de functie
globaal
de laaggeletterdheid
de oorzaak
het proces
solliciteren
het taboe
Je hebt al deze woorden in je schrift  geschreven met eronder of ernaast de betekenis erbij.

Van welke woorden ken je de betekenis nog niet?
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Vorige lessen
1. Schrijf de 5 leesmanieren op:
  • verkennend lezen, intensief lezen, studerend lezen, zoekend lezen en kritisch lezen
2. Als je als doel hebt om de belangrijke informatie van een tekst wilt onthouden, wat doe je dan?
  • Dan ga je studerend lezen; eerst verken je de tekst. Dan lees je deze intensief om details en begrippen te begrijpen. Daarna ga je aan de actief aan het werk met de stof.
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Verkennend lezen (globaal)
Doel: je weet ongeveer waarover een tekst gaat.
Je verkent:
- titel
- inleiding en slot
- tussenkopjes
- afbeeldingen
- begin- en eindzinnen van alinea's

Slide 4 - Slide

Intensief lezen
Doel: je probeert alles wat je leest te begrijpen.
Je leest:
- de hele tekst van begin tot eind.

Slide 5 - Slide

Studerend lezen
Doel: je wilt de belangrijkste informatie van een tekst onthouden.
Je leest:
- eerst de tekst verkennend.
- daarna de tekst intensief, dus helemaal.
Dan ga je actief aan de slag met de stof:
- Je bedenkt vragen of probeert deze te beantwoorden.
- Je maakt een mindmap, schema of samenvatting.

Slide 6 - Slide

Zoekend lezen
Doel: als je een antwoord op een vraag of informatie over een bepaald onderwerp wilt weten.

Je verkent de tekst om trefwoorden te ontdekken. Dan lees je dat stuk tekst intensief.

Slide 7 - Slide

Kritisch lezen
Doel: de betrouwbaarheid van een tekst bepalen.

Tijdens het lezen vraag je jezelf af of de auteur gelijk heeft en of het klopt wat hij zegt.

Slide 8 - Slide

Opdracht 4
Je hebt de paragraaf 'Leesdoelen en leesmanieren' in het HB gelezen (blz. 58-59).

Maak opdracht 4 uit je OB. We bespreken deze zo samen.

Als je eerder klaar bent, ga je verder met opdracht 5.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Vrijdag 29-09:
OB H1 par. C m. opdr. 10 + 11

Dinsdag 3-10:
OB par. D. betekenis van alle moeilijke woorden (grijze woorden in het OB) opzoeken + opschrijven

Slide 10 - Slide

Opdracht 5
Verken tekst 'Laaggeletterdheid in Nederland'. Wat verwacht je in deze tekst te weten te komen?

Slide 11 - Slide

Opdracht 6 en 7
Maak opdracht 6 en 7. Je mag zachtjes overleggen met elkaar.

Als je klaar bent, maak je opdracht 8.
timer
12:00

Slide 12 - Slide