This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 1
Schaarste en Ruil
3HA
Tekst
Slide 1 - Slide
DIRECTE EN INDIRECTE RUIL
* Verschillen
*voordelen/nadelen
*Voorbeelden
*ruilverhouding
Slide 2 - Slide
wederzijds voordeel
Slide 3 - Mind map
Transactiekosten
* voorbeelden van kosten kunnen benoemen
*belang van lage transasctiekosten
* wat doet het met je concurrentiepositie?
Slide 4 - Slide
Wat is geen voordeel van arbeidsverdeling?
A
betere kwaliteit
B
toename productie
C
goedkoper product
D
lagere huurkosten
Slide 5 - Quiz
negatieve gevolgen arbeidsverdeling
*eentonigheid door continu hetzelfde te doen
* sociale ongelijkheid (sociale ladder)
Slide 6 - Slide
welvaart
Slide 7 - Mind map
arbeidsverdeling
*interne
*externe
*geografisch
Slide 8 - Slide
arbeidsproductiviteit
*specialisatie
* scholing
* arbeidsomstandigheden
* arbeidsvoorwaarden
Slide 9 - Slide
Indirecte ruil
*ontstaan geld
* geld als tussenschakel
* geld als ruilmiddel
Slide 10 - Slide
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Ruilmiddel
Slide 11 - Drag question
chartaal en giraal geld
* verschil
*voorbeelden
*wanneer is het wat?
Slide 12 - Slide
Totaal rekeningsaldo € 435 miljoen Een geldreserve van € 32 miljoen. Wat is het dekkingspercentage?
Slide 13 - Open question
Waarde van geld
*intrinsieke waarde (waarde vh materiaal)
* extrinsieke waarde (waarde die vermeld staat)
Slide 14 - Slide
Wet van Gresham
het 'zuivere' geld wordt opspaard, terwijl ze het 'slechte' geld zo snel mogelijk zullen uitgeven; daardoor verdwijnt het zuivere geld uit het economische verkeer.