H8.4 - Je bloedsomloop

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Deze les

• Start van de les
• Uitleg Eerste deel H8.4 Bloedsomlopen
• Werken aan opdrachten
• Afsluitende Quizlet
• Einde van de les

0

Werken aan opdrachten

Opdracht:

H8.4

• Maak alle opdrachten

Hulp/Controle?  Eerste 5 min. zelf proberen. Daarna: kom naar voren.

Werken:

• Zelfstandig!

Wat is de functie van bloedplasma?

1. afvoeren van urine
2. maken van een korstje
3. vervoeren van stoffen
4. verwerken van afvalstoffen

wat is de functie van een witte bloedcel

1. bloedstolling
2. afweer tegen ziekte verwekkers
3. zuurstof transport

Wat doet hemoglobine?

1. Vervoert witte bloedcellen
2. Vervoert zuurstof
3. Maakt ziekteverwekkers onschadelijk
4. Zorgt voor bloedstolling

Slagaders hebben....

1. Dunne wanden en hartkleppen
2. Dikke wanden en aderkleppen
3. Dikke wanden en geven een kloppend gevoel
4. Dunne wanden en geven een kloppend gevoel

Aders hebben kleppen.

1. waar
2. niet waar

Wat is de functie van haarvaten?

1. Ze geven zuurstof af aan de organen
2. Ze geven zuurstof af aan het bloed
3. Ze zorgen voor extra bloed bij een grote bloeding
4. Ze zorgen voor de groei van de haren.

Wat is de naam van bloedplasma wanneer dat buiten het haarvat zit?

1. Plasma
2. Cytoplasma
3. Weefselvloeistof
4. Weefselplasma

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

Zuurstofarm -

kleine bloedsomloop

Zuurstofrijk -

grote bloedsomloop

Zuurstofrijk -

kleine bloedsomloop

Zuurstofarm -

grote bloedsomloop

2 kenmerken per foto

Wand 1 cellaag dik

Dikke, gespierde wand

Bevat kleppen

Bloed stroomt hier van het hart weg

Bloed stroomt hier naar het hart toe

Via deze vaten, stroomt bloed door organen

bloed vanaf de cellen, zuurstof arm

bloed naar de cellen, zuurstofrijk

uitgeademde lucht, met veel koolstofdioxide

bloed vanaf de cellen met veel koolstofdioxide

bloed naar de cellen met weinig koolstofdioxide

Huiswerk

H8.4

• Lees de stukken:
  "Hoe stroomt bloed door je hart?"
  "Hoe klopt je hart?"
  "Welke route neemt het bloed?"
  
• Maak opdrachten 6, 7, 9, 10, 12, 14a en 16