This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom!
1
WELKOM!
2
Pak alvast je spullen
Laptop
Log in:
LessonUp
Werkboek + schrift
Slide 1 - Slide
Doelen:
Je weet wanneer je een punt, vraagteken en uitroepteken gebruikt.
Je weet hoe je een werkwoord in de tegenwoordige tijd schrijft.
Je weet wat een infinitief (hele werkwoord) is.
Wat weet jij al?
Slide 2 - Slide
Welk leesteken hoort er achter de zin? Vind jij leestekens moeilijk
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets
Slide 3 - Quiz
Welk leesteken hoort er achter de zin? Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets
Slide 4 - Quiz
Hoe zat het ook alweer?
Aantekeningen:
Punt: einde van een zin. Zin begint met een hoofdletter
vraagteken: einde van een vraagzin
uitroepteken: na uitroep, bevel ( Doe dat mes weg!)
(=gebiedende wijs)
Slide 5 - Slide
Opdrachten 1.8 spelling
Maak opdracht 1 t/m 9. Opdracht 8 mag je overslaan. Dit is ook je huiswerk!
Ben je eerder klaar?
Dan ga je alvast online in Talent oefenen voor je toets door de test jezelf van hoofdstuk 1.3, 1.5 en 1.7 te maken. Ben je daar klaar mee, dan oefen je met de woordentrainer bij 1.5
Slide 6 - Slide
Welkom!
1
WELKOM!
2
Pak alvast je spullen
Laptop
Log in:
LessonUp
Werkboek + schrift
Slide 7 - Slide
Doelen:
Je weet wanneer je een punt, vraagteken en uitroepteken gebruikt.
Je weet hoe je een werkwoord in de tegenwoordige tijd schrijft.