Signaalwoorden MK2 les 1

Welcome MK2
Good morning!

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome MK2
Good morning!

Slide 1 - Slide

lesprogramma
Signaalwoorden 

Doel: Je leert wat signaalwoorden zijn en je leert ze te herkennen en gebruiken. 

1. Uitleg over 4 categorieën signaalwoorden 
2. We oefenen met iedere categorie
3. We oefenen met vier categorieën door elkaar
4. Huiswerk voor de volgende les

Slide 2 - Slide

Wat zijn signaalwoorden?

Slide 3 - Mind map

Signaalwoorden
Wat zijn signaalwoorden? 
  • Deze woorden geven een tekstverband aan.
  • Dat is een relatie tussen twee delen in een tekst. 
  • Dit kunnen alinea's, zinnen of delen van zinnen zijn. 

Slide 4 - Slide

Opsomming
  • Deze woorden gebruik je voor het opnoemen van verschillende gelijkwaardige dingen. 
and
en
first, second, third
eerste, tweede, derde
in addition
daarbij, bovendien
moreover
bovendien
also
ook

Slide 5 - Slide

Opsomming - voorbeeld
The students and the teachers go to school every day. 

Slide 6 - Slide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?
A
first
B
but
C
however
D
because

Slide 7 - Quiz

oorzaak & gevolg
  • oorzaak: dat is de reden dat iets gebeurde (waarom).
  • gevolg: wat er gebeurt (hierdoor).
as a result
als gevolg van, daardoor, daarom
because
omdat
for
want
for that reason
om die reden

Slide 8 - Slide

Oorzaak en gevolg - voorbeeld
The students went home because there was no teacher. 

Slide 9 - Slide

Welk signaalwoord geeft een oorzaak of gevolg aan?
A
moreover
B
but
C
because
D
also

Slide 10 - Quiz

conclusie
  • Deze woorden vatten een artikel of tekst kort samen of maken een bewering op basis van gegevens in de tekst. 
after all
tenslotte
consequently
als gevolg daarvan, met als gevolg
so
dus, daarom
therefore
daarom, dus
to sum up
samenvattend

Slide 11 - Slide

Conclusie- voorbeeld
To sum up we can say that schools do not employ enough teachers. 

Slide 12 - Slide

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?
A
however
B
to sum up
C
because
D
and

Slide 13 - Quiz

tegenstelling
  • Deze woorden geven het tegenovergestelde aan. 
but
maar
although, even though
alhoewel, ondanks, hoewel, ook al
though
echter
even so
toch, desondanks
however
echter
in contrast
in tegenstelling tot 
instead
in plaats van 
nevertheless
toch, niettemin, desalniettemin
whereas
waarbij, terwijl
while
terwijl

Slide 14 - Slide

Tegenstelling - voorbeeld
James did his homework, but Ellie didn't do anything. 

Slide 15 - Slide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
so
B
consequently
C
because
D
instead

Slide 16 - Quiz

Opdracht 4 categorieën 
Bij de volgende zinnen moet je zelf de keuze maken welk signaal past in de zin. 

Good luck!

Slide 17 - Slide

My wife plays tennis ___ football.
A
so
B
but
C
and

Slide 18 - Quiz

I can't sleep ___ I'm going to drink a glass of hot milk.
A
so
B
but
C
and

Slide 19 - Quiz

She can draw well, ___ she can't cook.
A
so
B
but
C
and

Slide 20 - Quiz

He was very tired ___ he had stayed up late to watch the football match.
A
because
B
while
C
but

Slide 21 - Quiz

Australia has some beautiful parts of countryside. ___ , they also have a lot of dangerous animals.
A
though
B
however
C
despite

Slide 22 - Quiz

___ television can be educational, I think it's better to read a book.
A
on the other hand
B
however
C
even though

Slide 23 - Quiz


linking words deel 1 mavo 2

Slide 24 - Slide

Homework
Lees thuis de signaalwoordenlijst goed door. 
Je vindt deze lijst ook op de ELO bij PTO4. 
 
Let op: Zorg dat je een woordenboek Engels-Nederlands thuis hebt. 

Slide 25 - Slide