3 Havo Freitag, den 20. September 2024 Brückenschlag + start K1

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Freitag, den 20. September 2024
  • Willkommen.
  • Ziele.
  • Üben Grammatik
  • Lernliste Kapitel 1: Umgebung
  • Anfang Kapitel 1: Umgebung
  • Hausaufgaben Woche 38
  • Zum Schluss.

Slide 2 - Slide

Lernziele/Leerdoelen:
  • Du kannst einfache Filme über das Wetter und die Umgebung verstehen.
  • Du kannst die Wörter aus der Lernliste anwenden.

Slide 3 - Slide

Grammatik üben

Slide 4 - Slide

Lernliste Kapitel 1: UMGEBUNG
Seite 48
de berg t/m in de winter

Was fällt auf? 
Was sind beachtungswerte Punkte und warum?

Slide 5 - Slide

Kapitel 1: Umgebung
Aufgabe 1: In den Alpen Sehen => zusammen

Aufgabe 3: Landeskunde Internationales Ballonfestival => zusammen lesen

Aufgabe 2: Wörter wählen (selbständig machen)



Aufgaben 1, 2, 3 en 9

Slide 6 - Slide

Kapitel 1: Umgebung
Aufgabe 9: Kreuzworträtsel
Waagerecht => horizontaal
Senkrecht => verticaal
Übersetze ins Niederländische!!

  • Selbständig machen!
  • Hilfsmittel: Lernliste Seiten 48-49
  • Fertig: Lernen Lernliste Seiten 48-49
  • Besprechen Aufgabe 9

timer
1:00

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben Woche 38
L Lernliste de berg t/m in de winter Seite 48
M Aufgaben 4, 5, 7 und 8 Seiten 16-18

StudyGo / Slim Stampen online SOM

Slide 8 - Slide

Zum Schluss:
  • Was haben wir diese Stunde besprochen?

Slide 9 - Slide

Lernziele/Leerdoelen:
  • Du kannst einfache Filme über das Wetter und die Umgebung verstehen.
  • Du kannst die Wörter aus der Lernliste anwenden.
  • Du kannst einen kurzen Bericht über einen Ausflug verstehen.
  • Du kannst die Verben haben und sein im Präsens und Präteritum anwenden.

Slide 10 - Slide

Hausaufgaben Woche 39
L Lernliste de berg t/m vanmorgen Seite 48
M Aufgaben 15, 16 und 17 Seiten 26-27
M Arbeitblatt haben en sein Präsens

StudyGo / Slim Stampen online SOM

Slide 11 - Slide

Jede Stunde dabei!
Arbeitsbuch         Heft                 ein gefülltes Etui     Laptop + Ladekabel
                                                                                                      + Ohrhörer/Kopfhörer

Slide 12 - Slide

Arbeitsbuch und weiter:
  • Wo findet man etwas im Arbeitsbuch?
  • Was behandeln wir dieses Jahr?
  •  Tests, Lese- und Hörtests
  • Wo findet man Informationen?

Slide 13 - Slide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg, noteren in je schrift

Slide 14 - Slide

Modalverben Präsens
De Duitse Modalverben verschillen in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
  3. bij sollen géén klinkerwisseling enkelvourd.
  4. extra bij wissen => enkelvoud ß in plaats van ss

Slide 15 - Slide

Modalverben
können    =kunnen
dürfen      =mogen/toestemming hebben
müssen    =moeten, het kan niet anders
wollen       =willen
wissen      =weten
mögen      =lusten, leuk vinden, aardig vinden
sollen         =moeten, wil van ander, vragen naar keuze ander

möchten= (zou)graag willen, willen=>wens

Slide 16 - Slide

Modalverben klinkerwisseling enkelvoud!!!
                            stam enkelvoud door klinkerwisseling!!!!!!
können    =      kann
dürfen      =     darf
müssen    =    muss
wollen       =    will
wissen      =    weiß
mögen      =    mag
sollen         =   soll


Slide 17 - Slide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   er/sie/es/man antwortet

Slide 18 - Slide

Modalverben 
  • Wat zijn de verschillen tussen het vervoegen van Modalverben en zwakke werkwoorden?
  • Welke aandachtspunten zijn er nog te vertellen m.b.t. Modalverben.
  • Wat betekenen de Modalverben?
  • Wat kun je vertellen over het werkwoord möchten?

Slide 19 - Slide