4.3 deel I: Staatsvorming en centralisatie

4.3 Staatsvorming en centralisatie
Welkom!

Pak je spullen voor je 
(boeken + aantekeningenschrift)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.3 Staatsvorming en centralisatie
Welkom!

Pak je spullen voor je 
(boeken + aantekeningenschrift)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat staatsvorming en centralisatie was en hoe succesvol die was in:

- Frankrijk
- Engeland
- Duitsland
- De Nederlanden

Slide 2 - Slide

Kenmerken aspect


Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 3 - Slide

Deze les


1) Aan de slag: 15 minuten voor opdracht 1 t/m 7

2) Uitleg paragraaf

3. Werkvorm 'Jeopardy'

Slide 4 - Slide

Aan de slag met 4.3
Wat: Maak opdracht 1 t/m 7 van 4.3
Waarom: Uitleg blijft beter hangen wanneer je basis hebt
Hoe: Alleen of met z'n tweeën (wel zachtjes overleg!)
Hulp: Eventueel docent
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Klassikaal bespreken paragraaf 4.3
Klaar: Maak een schema, Dui-Eng-Fra-NL of Opdracht 10 t/m 13

Slide 5 - Slide

Centralisatie
  • Het centraal maken van de macht, vanuit één plek besturen
  • Waarom gebeurde het? 
  • Vorsten wilden meer macht, rondreizen was onhandig (tijd / geld)
  • Daarom één hofstad (hoofdstad) en de adel, de centjes en de onderdanen naar jou toe laten komen

Slide 6 - Slide

Centralisatie
  • Belasting wordt de belangrijkste inkomstenbron
  • Eerst in natura, later in geld door tol (terugkeer geldeconomie door toegenomen handel / derde stand = (rijke) burgerij
  • Vraag 2: Door dat geld kunnen vorsten:
  • hun hofhouding, militairen en ambtenaren betalen



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Staatsvorming
Als een land steeds meer als een eenheid wordt bestuurd (vanuit een centraal punt)

Aaneengesloten stuk grond met: 
  • duidelijke grenzen
  • dezelfde belastingregels
  • dezelfde wetten

Slide 9 - Slide

Staatsvorming
Recht van de sterkste maakte zo plaats voor wettelijk vastgestelde regels waar ingezeten zich aan moesten houden

Langzaam ontstaan de eerste staten in Frankrijk en Engeland

Minder Duitsland & de Nederlanden

Slide 10 - Slide

Staatsvorming en centralisatie
Hé: 
  • een gebied met grens
  • met overal dezelfde regels 
  • en dezelfde hoofdstad

Waar kennen we dat van? 

  • Landen zoals we die nu kennen






Slide 11 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat de begrippen staatsvorming en centralisatie betekenen. Leg ook uit wat het verschil is met de eerste helft van de Middeleeuwen
timer
2:00

Slide 12 - Open question

Frankrijk
Franse koning begint rondom Parijs:
  • heffen van belastingen in het hele koninkrijk
  • centrale rechtbank
  • wetten en regels hele koninkrijk
  • duizenden betaalde ambtenaren
  • leger van huurlingen

    Begin vorming moderne staat!

Slide 13 - Slide

Opdracht 1a+b
Verandering - continuïteit Grote verandering in vergelijking met 1000

a) Toen koning afhankelijk van vazallen / leenheren

b) Nu deelt hij zelf de lakens uit door rechtspraak, wetten, ambtenaren en militairen 

Slide 14 - Slide

Engeland
Posities leenmannen niet erfelijk
Sheriffs: betaalde ambtenaren die belastingen ophalen en rechtspreken in het koninkrijk

Vraag 4a) Duidelijke structuur met ambtenaren die de vorst in dienst neemt en kan ontslaan --> geeft koning veel macht


Slide 15 - Slide

Engeland
Willem de veroveraar verovert Engeland (1066 Slag bij Hastings)

Macht gebruikt hij door centrale belasting en rechtspraak door te voeren

Magna Carta: samenwerking in plaats van onderlinge strijd


Slide 16 - Slide

Fra-Eng
Overeenkomst In Engeland en Frankrijk groeiende macht van de koning door centralisatie! Centralisatie mogelijk door geldeconomie -> leger / ambtenaren

Verschil met vooral Duitsland, want daar lukt het niet zo met de centralisatie

Slide 17 - Slide

Duitsland
Duitse koning/keizer rond 1000 de machtigste!

Maar ... hertogen, graven en bisschoppen behielden de macht in hun gebieden --> van staatsvorming & centralisatie kwam weinig terecht

Oorzaken (vraag 3): waarom lukt het in Duitsland niet?
  • Gebied te groot: de Duitse vorsten waren vaak weg (oorlog in Italië)
  • Koningschap niet erfelijk, gekozen door 7 keurvorsten --> afhankelijkheid

Slide 18 - Slide

De Nederlanden
Verzameling steden en gewesten

5a) Vanaf 1430 meer eenheid onder Filips de Goede van Bourgondië

5b) Instellen Staten-Generaal met vertegenwoordigers van de drie standen om afspraken te maken over belastingen

Slide 19 - Slide

Bekijk de afbeelding. Van wie krijgt Otto III zijn macht volgens deze afbeelding? Op de afbeelding zie ik ..., daaruit maak ik op dat Otto III zijn macht krijgt van ..., want ...
timer
2:00

Slide 20 - Open question

Leg uit waarom deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect 'staatsvorming en centralisatie'
timer
2:00

Slide 21 - Open question

Kern van deze paragraaf

Het begin van staatsvorming en centralisatie: In de tijd van steden en staten vergrootten de Franse en Engelse koningen hun macht. Met een eigen leger, ambtenaren en landelijke rechtspraak begonnen ze de vorming van een centraal bestuurde staat. 

Op deze manier vergrootten ook de Bourgondische hertogen de politieke eenheid in de Nederlanden. Het Duitse rijk bleef versnipperd.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Jeopardy
Wat: Je probeert bij een gegeven begrip of persoon een vraag te bedenken
Waarom: Betere begripskennis, gemakkelijker kennis onthouden
Hoe: Klassikaal op het bord, in tweetallen vraag bedenken (later anders?)
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Kort bespreken
Klaar: Maak opdracht 11 t/m 13 uit je werkboek

Slide 24 - Slide

Vragen met het antwoord:

  • Honderdjarige Oorlog
  • soevereiniteit
  • centralisatie
  • derde stand
  • 1355
  • Jeanne d’Arc
  • Krachtigere wapens

Eventueel als je klaar bent:

  • Duitse koning
  • Keurvorsten
  • 1066
  • Parlement
  • Filips de Goede
  • Habsburgse dynastie
  • Magna Carta

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat staatsvorming en centralisatie was en hoe succesvol die was in:

- Frankrijk
- Engeland
- Duitsland
- De Nederlanden

Slide 26 - Slide