4.3 deel II: Staatsvorming en centralisatie

4.3 Staatsvorming en centralisatie
Welkom!

Laat je spullen in je tas

Pak een potlood
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.3 Staatsvorming en centralisatie
Welkom!

Laat je spullen in je tas

Pak een potlood

Slide 1 - Slide

Deze les
1) Toets inzien

2) Terugblik vorige les

3) Opdracht situatie Frankrijk, Engeland, Duitsland & de Nederlanden

4) Uitleg + video

5) Vervolg werkvorm 'Jeopardy'

Slide 2 - Slide

Toets inzien
Bekijk de antwoorden op het antwoordmodel en je eigen antwoorden

Heb je twijfels? Zet dan met potlood een streep voor de vraag

Slide 3 - Slide

4.3 Staatsvorming en centralisatie
Pak je spullen

Boeken 
Schrift
Laptop

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 4.3
Je leert wat staatsvorming en centralisatie was en hoe succesvol die was in:

- Frankrijk
- Engeland
- Duitsland
- De Nederlanden

Kenmerkend aspect: Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 5 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat de begrippen staatsvorming en centralisatie betekenen en wat ze met elkaar te maken hebben

Slide 6 - Open question

Waarom ontstonden centralisatie en staatsvorming?

Slide 7 - Open question

Wat had de terugkeer van de geldeconomie hiermee te maken?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Staatsvorming
Aaneengesloten stuk grond met:
duidelijke grenzen
dezelfde belastingregels
dezelfde wetten

Langzaam ontstaan de eerste staten in Frankrijk en Engeland

Dat lukt minder goed in Duitsland 


Slide 10 - Slide

Opdracht
Verdeel je papier in 4-en en maak een schema
Zet naast elkaar de vier staten, zet er een streep tussen

Frankrijk - Engeland - Duitsland - De Nederlanden

en noteer daar de belangrijkste punten in die je vindt op blz 48/49

Slide 11 - Slide

Opdracht
Wat: Onderzoek de staatsvorming en centralisatie per staat
Waarom: zelf onderzoek blijft beter hangen (toets?)
Hoe: in duo's, opschrijven in je aantekeningenschrift
Hulp: docent als je er niet uitkomt
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Klassikaal bespreken
Klaar: Maak opdracht 10 - 13 uit je werkboek

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Frankrijk
Franse koning begint rondom Parijs:
  • heffen van belastingen in het hele koninkrijk
  • centrale rechtbank
  • wetten en regels hele koninkrijk
  • duizenden betaalde ambtenaren
  • leger van huurlingen

    Begin vorming moderne staat!

Slide 15 - Slide

Opdracht 1a+b
Verandering - continuïteit Grote verandering in vergelijking met 1000

a) Toen koning afhankelijk van vazallen / leenheren

b) Nu deelt hij zelf de lakens uit door rechtspraak, wetten, ambtenaren en militairen 

Slide 16 - Slide

Engeland
Posities leenmannen niet erfelijk
Sheriffs: betaalde ambtenaren die belastingen ophalen en rechtspreken in het koninkrijk

Vraag 4a) Duidelijke structuur met ambtenaren die de vorst in dienst neemt en kan ontslaan --> geeft koning veel macht


Slide 17 - Slide

Fra-Eng
Overeenkomst In Engeland en Frankrijk groeiende macht van de koning door centralisatie! Centralisatie mogelijk door geldeconomie -> leger / ambtenaren

Verschil met vooral Duitsland, want daar lukt het niet zo met de centralisatie

Slide 18 - Slide

Duitsland
Duitse koning/keizer rond 1000 de machtigste!

Maar ... hertogen, graven en bisschoppen behielden de macht in hun eigen gebieden 

Gevolg: van staatsvorming & centralisatie kwam weinig terecht



Slide 19 - Slide

Duitsland

Oorzaken (vraag 3): waarom lukt het in Duitsland niet?

Gebied te groot: de Duitse vorsten waren vaak weg (oorlog in Italië)

Koningschap niet erfelijk, gekozen door 7 keurvorsten --> afhankelijkheid


Slide 20 - Slide

De Nederlanden
Verzameling steden en gewesten

5a) Vanaf 1430 meer eenheid onder Filips de Goede van Bourgondië

5b) Instellen Staten-Generaal met vertegenwoordigers van de drie standen om afspraken te maken over belastingen

Slide 21 - Slide

Bekijk de afbeelding. Van wie krijgt Otto III zijn macht volgens deze afbeelding? Op de afbeelding zie ik ..., daaruit maak ik op dat Otto III zijn macht krijgt van ..., want ...
timer
2:00

Slide 22 - Open question

Leg uit waarom deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect 'staatsvorming en centralisatie'
timer
2:00

Slide 23 - Open question

Jeanne d'Arc
Wat heeft Jeanne d'Arc te maken met staatsvorming?

Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Kern van deze paragraaf

Het begin van staatsvorming en centralisatie: In de tijd van steden en staten vergrootten de Franse en Engelse koningen hun macht. Met een eigen leger, ambtenaren en landelijke rechtspraak begonnen ze de vorming van een centraal bestuurde staat. 

Op deze manier vergrootten ook de Bourgondische hertogen de politieke eenheid in de Nederlanden. Het Duitse rijk bleef versnipperd.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Jeopardy
Wat: Je probeert bij een gegeven begrip of persoon een vraag te bedenken
Waarom: Betere begripskennis, gemakkelijker kennis onthouden
Hoe: Klassikaal op het bord, in tweetallen vraag bedenken
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Kort bespreken
Klaar: Maak opdracht 11 t/m 13 uit je werkboek

Slide 28 - Slide

Vragen met het antwoord:

  • Honderdjarige Oorlog
  • soevereiniteit
  • centralisatie
  • derde stand
  • 1355
  • Jeanne d’Arc
  • Krachtigere wapens

Eventueel als je klaar bent:

  • Duitse koning
  • Keurvorsten
  • 1066
  • Parlement
  • Filips de Goede
  • Habsburgse dynastie
  • Magna Carta

Slide 29 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat staatsvorming en centralisatie was en hoe succesvol die was in:

- Frankrijk
- Engeland
- Duitsland
- De Nederlanden

Slide 30 - Slide