8.4 Bronnen: Water op aarde check leerdoelen

8.4 Bronnen: Water op aarde check leerdoelen
  • Je weet dat er een ongelijke verdeling van water op aarde is.
  • Je weet welke waterbronnen er zijn.
  • Je weet wat lokale en mondiale gevolgen zijn van een grote waterafdruk.
  • Je weet welke maatregelen waterschaarste kunnen oplossen.
  • Je weet waardoor sommige steden in de wereld zinken.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

8.4 Bronnen: Water op aarde check leerdoelen
  • Je weet dat er een ongelijke verdeling van water op aarde is.
  • Je weet welke waterbronnen er zijn.
  • Je weet wat lokale en mondiale gevolgen zijn van een grote waterafdruk.
  • Je weet welke maatregelen waterschaarste kunnen oplossen.
  • Je weet waardoor sommige steden in de wereld zinken.

Slide 1 - Slide

Hier zie je de waterverdeling op aarde.

Wat hoort er op de plek van de letters te staan?
A
A= zoet water, B= water in oceanen, C= gronwater, d= toegankelijk zoet water, e= ijskappen en gletsjers
B
A= grondwater, B= zoet water, C= toegankelijk zoet water, d= ijskappen en gletsjers, e= water in oceanen
C
A= ijskappen en gletsjers , B= zoet water, C= water in oceanen, D = grondwater, E= toegankelijk zoet water
D
A= water in oceanen, B= zoet water, C= ijskappen en gletsjers, D= toegankelijk zoet water, E= grondwater

Slide 2 - Quiz

Het plaatje hiernaast toont een vorm van irrigatie die niet duurzaam is.

Leg uit met behulp van een oorzaak-gevolgredenering waarom deze vorm niet duurzaam is.

Slide 3 - Open question

Op het plaatje zie je bij de rode pijl een waterhoudende laag, een soort zoetwaterzak.
Hoe wordt zo'n waterhoudende laag (diep) in de ondergrond genoemd wat vaak heel oud is en niet meer wordt aangevuld?
(je mag best een typfout maken)

Slide 4 - Open question

In welk continent is de waterschaarste het grootst?
A
Australië
B
Afrika
C
Zuid-Amerika
D
Azië

Slide 5 - Quiz

Wat betekent economische waterschaarste?
A
Dat mineraalwater in een flesje heel duur is.
B
Dat drinkwater heel duur is.
C
Dat er weinig water beschikbaar is door een gebrek aan kennis en geld.
D
Dat water ontzilten heel duur is.

Slide 6 - Quiz

Bekijk de bron, de waterbalans van Madrid.

Welke uitspraak is ONJUIST?
A
In februari is de waterbalans in Madrid positief.
B
In augustus is de waterbalans in Madrid negatief.
C
In december en januari is de waterbalans in Madrid negatief.
D
De waterbalans in Madrid in de zomermaanden is negatief.

Slide 7 - Quiz

Nederlanders eten veel avocado's die in Chili worden geteeld. Hier is veel water voor nodig. Boeren die geen avocado's verbouwen ervaren hier ook gevolgen van.
Beredeneer met behulp van een oorzaak-gevolg redenering wat de gevolgen voor die boeren zijn die geen avocado's verbouwen.

Slide 8 - Open question

Relatieve zeespiegelstijging is een gevolg van zeespiegelstijging en . . .?
A
Verschuiving van de basiskustlijn
B
Het smelten van de poolkappen
C
Verzilting
D
Bodemdaling

Slide 9 - Quiz

Jakarta is de snelst zinkende stad ter wereld.
Beredeneer vanuit de demografische dimensie met een oorzaak-gevolg redenering waardoor Jakarta snel zinkt.
Tip: bedenk eerst waar de demografische dimensie over gaat.

Slide 10 - Open question

Hoe noem je het proces van bodemdaling?
A
inwinning
B
inklinking
C
instening
D
indammen

Slide 11 - Quiz

Voorbeelden om waterschaarste tegen te gaan.

Slide 12 - Mind map