What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Engelse werkwoorden vervoegen
Werkwoordspelling
Herhalen regels werkwoordspelling en Engelse werkwoorden vervoegen
Je kent de regels om een werkwoord te vervoegen en kunt dit toepassen bij Nederlandse en Engelse werkwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Herhalen regels werkwoordspelling en Engelse werkwoorden vervoegen
Je kent de regels om een werkwoord te vervoegen en kunt dit toepassen bij Nederlandse en Engelse werkwoorden
Slide 1 - Slide
Noteer de juiste vorm.
(worden) ….. jij morgen 14 jaar?
Slide 2 - Open question
Regels tt (tegenwoordige tijd)
ik / jij achter de pv ->
ik vorm
ander enkelvoud (hij/zij/jij/Mark) ->
ik vorm + t
meervoud (wij/jullie/ de meisjes) ->
infinitief
Slide 3 - Slide
Noteer de juiste vorm.
Het vliegtuig ….(landen) vanmiddag.
Slide 4 - Open question
Leg uit wat een sterk/ klankveranderend werkwoord is.
Slide 5 - Open question
Regels vt (verleden tijd)
zwakke werkwoorden
't kfschp x
hele werkwoord - en
laatste letter bekijken
in 't kfschpx -> ik vorm + te(n)
niet in 't kfschpx -> ik vorm + de(n)
Slide 6 - Slide
werkwoorden uit het Engels.
In het Nederlands gebruik je soms werkwoorden die uit het Engels komen.
Die werkwoorden hebben een Nederlandse vorm gekregen :
stressen, joggen, downloaden
Nederlandse uitspraak dan gaat er een medeklinker af.
stressen- ik stres, hij strest
Slide 7 - Slide
Wat is de ik vorm van joggen?
A
ik jog
B
ik jogg
Slide 8 - Quiz
Wat is de verleden tijd van joggen
A
ik jogde
B
ik joggde
C
ik jogte
D
ik joggte
Slide 9 - Quiz
uitzondering
Engelse uitspraak
;
Dan blijft de extra letter staan-> ik app, hij appt, ik appte
ik stres, hij strest, ik streste
Klinkt de Nederlandse uitspraak niet goed? Dan een e toevoegen
racen -> ik rac klinkt niet
ik race, hij racet, ik racete
Slide 10 - Slide
Gister (saven)ik mijn document.
A
saved
B
savede
C
savete
D
saveden
Slide 11 - Quiz
Wat is de hij-vorm tegenwoordige tijd
van saven
Slide 12 - Open question
Hoe bepaal je de vt van zwakke/ klankvaste werkwoorden
('t kfschp x) ?
Slide 13 - Open question
1. Mijn vader (downloaden) elke dag wel een paar nieuwe liedjes.
A
download
B
downloat
C
downloadt
Slide 14 - Quiz
2. (Saven) hij je werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet
Slide 15 - Quiz
3. Pim (crossen) met zijn mountainbike gewoon over het ijs heen!
A
croste
B
crosste
C
crosde
Slide 16 - Quiz
4. Bas en Gijs (skaten) gister met zijn tweeën door de straten van Emmen.
A
skaten
B
skateten
C
skateden
Slide 17 - Quiz
5. Jouw vriendin heeft op dat feestje met Stan (flirten).
A
geflirt
B
geflird
C
geflirtt
D
geflirrd
Slide 18 - Quiz
6. Tijdens de schoolreis naar Brussel hebben we (raften) over een wilde rivier.
A
gerafft
B
geraffed
C
geraft
D
gerafd
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Vrijdag 24 feb herhaling ww spelling
March 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 2,3
Engelse werkwoorden vervoegen
September 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 2,3
Engelse werkwoorden vervoegen
January 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
A2B spelling H2 les 2 Engelse ww
September 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Uitleg Engelse werkwoorden A3/H3
October 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 5 Zwakke en sterke ww, Eng. ww
September 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3 AF Herhaling werkwoordspelling
September 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Spelling Engelse werkwoorden
March 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1