Chapitre 7 ABCD nog eens...

week 24
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

week 24

Slide 1 - Slide

Leerdoelen Chapitre 7
  • Ik kan een afspraak maken.
  • Ik kan iets bestellen in een restaurant.
  • Ik kan vertellen wat ik lekker vind en wat niet.
  • Ik kan een uitnodiging schrijven waarin ik informatie geef over dag, tijdstip, kosten en vervoer.
  • Ik kan een korte enquête invullen en mijn mening geven.

Slide 2 - Slide

Frankrijkkunde
  •  Welk gebergte loopt door Marokko?
    Atlasgebergte
  • Hoe heet de koning van Marokko?
    Mohammed VI
  • Wat is het wettelijke betaalmiddel in Marokko?
    Dirham

Slide 3 - Slide

Frankrijkkunde
  • Wat is de hoofdstad van Marokko?
    Rabat
  • Welke 3 (!) talen worden er in Marokko gesproken?
    Arabisch, Frans en Berber.
  • Noem een typisch Marokkaans gerecht.
    Couscous

Slide 4 - Slide

Frankrijkkunde
  • Wat is de bijnaam van Marokko?
    Land van de ondergaande zon.
  •  Noem nog een beroemde stad in Marokko?
    Marrakech.

Slide 5 - Slide

Grammaire bron C
vouloir = willen
pouvoir = kunnen
je veux
je peux
tu veux
tu peux
il veut
il peut
nous voulons
nous pouvons
vous voulez
vous pouvez
ils veulent
ils peuvent

Slide 6 - Slide

noteer het rijtje van vouloir

Slide 7 - Open question

noteer het rijtje van pouvoir

Slide 8 - Open question

We g aan er samen heen.

Slide 9 - Open question

Hoe laat vertrekken we?

Slide 10 - Open question

Zelf zinnen maken.... Bron B
  • zin hebben in/om
  • avoir envie de
  • naar de bioscoop gaan
  • aller au cinéma 
  • heb jij zin om
  • tu as envie de
  • naar de bioscoop te gaan
  • aller au cinéma

Slide 11 - Slide

Heb jij zin om naar de bioscoop te gaan?

Slide 12 - Open question

Zelf zinnen maken...
  • Het spijt me
  • Désolé
  • volgende week zaterdag
  • samedi prochain
  • ik kan niet
  • je ne peux pas 

Slide 13 - Slide

Het spijt me, volgende week zaterdag kan ik niet.

Slide 14 - Open question

Zelf zinnen maken...
  • We kunnen 
  • On peut
  • er heen gaan
  • y aller
  • met de bus
  • en bus 

Slide 15 - Slide

We kunnen er met de bus heengaan.

Slide 16 - Open question

Tot vrijdag.

Slide 17 - Open question

Tot later.

Slide 18 - Open question

Tot vanavond.

Slide 19 - Open question

Tot morgen.

Slide 20 - Open question

Phrases clés bron E
  • Liever hebben = préférer
  • vis = (le) poisson
  • vlees = la viande
  • Heeft u liever vlees of vis?
  • Vous préférez la viande ou le poisson?
  • Ik heb liever vlees.
  • Je préfère la viande.

Slide 21 - Slide

Phrases Clés bron E
  • Heeft u een keuze gemaakt?
  • U heeft gekozen?
  • Vous avez choisi?
  •  Als voorgerecht
  • Comme entrée
  • zou ik graag soep willen.
  • je voudrais de la soupe.

Slide 22 - Slide

Heeft u een keuze gemaakt?

Slide 23 - Open question

Heeft u liever vlees of vis?

Slide 24 - Open question