Werkwoordspelling 6.4

Werkwoordspelling 6.4
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling 6.4

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(Worden) ... toch eens volwassen!
A
Word
B
Wordt
C
Werd

Slide 2 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd van 'race'. Hij...
A
racet
B
raced

Slide 3 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.

Slide 4 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.

Slide 5 - Quiz

De persoonsvorm verleden tijd (meervoud) van lunchen is:

A
lunchte
B
lunchde
C
lunchten
D
lunchden

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

ontdooien
A
ontdooid
B
ontdooit

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

bemoeien
A
bemoeid
B
bemoeit

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

beschermen
A
beschermd
B
beschermt

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

Stofzuigen
A
stofgezogen
B
gestofzuigd
C
stofgezuigt
D
gestofzuigt

Slide 10 - Quiz