9.2 Oorzaken van criminaliteit

Criminaliteit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Criminaliteit

Slide 1 - Slide

Standpunt


De straffen in Nederland moeten veel zwaarder. Er moet vooral in gezet worden op langere gevangenis straffen

Slide 2 - Slide

Begrippen
9.1
1. Asociaal
2. delict
3. Overtreding
4. Misdrijf
5. criminaliteit
6. materiële gevolgen
7. niet materiële gevolgen
9.2
Risicofactoren

Slide 3 - Slide

Criminaliteit: alle misdrijven zoals die in de wet staan

Slide 4 - Slide

Ik heb wel eens een overtreding begaan
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Ik heb wel eens een misdrijf gepleegd
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Misdrijf of overtreding?
misdrijf of overtreding?

Slide 7 - Slide

Verschillen tussen een misdrijf en een overtreding:
● Een misdrijf is erger dan een overtreding.
● Bij een misdrijf word je door de politie verhoord.
● Bij een misdrijf kan je op het politiebureau worden vastgehouden.
● Bij een misdrijf kun je voor de rechter komen.
● Bij een misdrijf krijg je een zwaardere straf.
● Bij een misdrijf krijg je een strafblad.


Slide 8 - Slide

Overtreding of misdrijf?
DUS LET OP:
  • Winkeldiefstal is een misdrijf! Bij een misdrijf:
  • Word je door de politie verhoord
  • Soms vastgehouden,  én
  • Kan  er een rechter aan te pas komen, én
  • krijg je een Strafblad, én
  • dat heeft gevolgen voor werk en stage want: 

Slide 9 - Slide

Rechtsregels veranderen in de tijd
  • Spugen was vroeger een misdrijf

  • Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar

  • Godslastering was vroeger een zwaar misdrijf

  • Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar

  • Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit

Slide 10 - Slide

Gevolgen criminaliteit
Materiële gevolgen: schade die je kunt berekenen in geld. Bijvoorbeeld een vernielde winkelruit. 

Niet-materiële gevolgen: gevolgen die niet in geld zijn uit te drukken. Bijv. angst voor een nieuwe inbraak.

Slide 11 - Slide

Risicofactoren
Vaak zijn er meerdere redenen voor criminaliteit. Bij risicofactoren gaat het om omstandigheden die criminaliteit vergroten.
1. slechte opvoeding
Het aanleren van verkeerde waarden en normen thuis.
2. Groepsdruk
Fout gedrag vertonen omdat je er bij wilt horen.
3. Alcohol of drugs
Onder invloed verkeerde dingen doen zoals van drank.
4. Spijbelen of schooluitval
Vaker in aanraking komen met justitie omdat je, je bijvoorbeeld 'verveelt op straat'.
5. Biologische factoren
Psychische stoornissen waardoor je extra agressief kan worden.

Slide 12 - Slide

Maatschappelijke omstandigheden
Risicofactoren vallen onder persoonlijke kenmerken. Daarnaast zijn er nog maatschappelijke omstandigheden.
1. Slechte leefomstandigheden
Het leven in achterstandswijken. Weinig geld en veel criminaliteit.
2. Minder strenge normen dan vroeger.
Vroeger waren bepaalde dingen eerder 'crimineel' dan nu.
3. Minder sociale controle
Weinig mensen grijpen in als er iets gebeurd. Kleinere pakkans.

Slide 13 - Slide

Willem Holleeder
Amsterdamse crimineel (Heineken Ontvoering).

Risicofactoren/omstandigheden:
  • Jordaan (buurt)
  • Agressieve vader
  • Verkeerde vrienden (drugs)
  • Geweld
Willem Holleeder
''Eerst slaan, dan praten''. - Willem Holleeder
Het is vaak een samenloop van allerlei risicofactoren en sociale omstandigheden dat mensen op het criminele pad terecht komen. Een keer spijbelen of een biertje drinken maakt dus nog geen crimineel.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Standpunt


De straffen in Nederland moeten veel zwaarder. Er moet vooral in gezet worden op langere gevangenis straffen

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Voorlichting 14 februari voorbereiden.
Voorlichting van een crimineel:
- Bereidt vragen voor die je kunnen helpen bij het onderbouwen van je standpunt. 
- Denk aan ervaringen gevangenis, hoe tot misdaad gekomen enzv.

Slide 17 - Slide

Afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd:
- Risicofactoren en maatschappelijke omstandigheden
- Willem Holleeder
- Politiecijfers

Huiswerk voor volgende week:
Maken: 1 t/m 5 en 8 t/m 10 .
Lezen: 140 t/m 141

Slide 18 - Slide