Herhalingsles Chapitre 3

• Frans
• Middelbare school

Francophonie

- Thème: le français dans le monde, l'école, les matières, les métiers, le futur

- Grammaire: 
C (futur simple)
G (verbe Connaître)
I (poser une question)

Lundi 18 janvier 2021

Qu'est-ce que on va faire aujourd'hui?

• Est-ce que tu connais le futur simple? Révision
• Est-ce que tu connais le verbe 'connaître'?
  
• Poser une question - explication

Le futur simple

Je kent de futur simple (toekomende tijd) en kan deze toepassen.

Jij kan deze les op jouw tekstboek bz. 38 volgen.

Le futur simple 

• Om uit te leggen dat iets nog zal gaan gebeuren
• In het Nederlandse gebruik je: zullen

       "Morgen zal ik werken"

       "Demain je travaillerai"

Le futur simple - stappenplan

bij regelmatige ww op -er, -ir, -re

       1 - bepaal wat het hele werkwoord is
       2 - plak de juiste uitgang van de futur er achter. Het zijn de uitgangen van avoir= ai/as/a/ons/ez/ont. 

Let op!

       3 - eindigt het hele werkwoord op een 'e' haal deze er dan af.

     

Le futur simple - de uitgangen

Werkwoorden op -ir        op -er            op -re (laatste e haal je eraf)

                  Choisir          Parler             Prendre

Je               choisirai          parlerai             prendrai
Tu               choisiras         parleras            prendras

Il/elle/on  choisira           parlera              prendra

Nous         choisirons      parlerons         prendrons

Vous          choisirez         parlerez           prendrez

Ils                choisiront      parleront          prendront

Le futur simple: onregelmatige ww.

• Bij die zes werkwoorden is de stam onregelmatig
• être - je serai - ik zal zijn
• avoir - j'aurai - ik zal hebben
• faire - je ferai - ik zal doen
• aller - j'irai - ik zal gaan
• pouvoir - je pourrai - ik zal kunnen
• voir - je verrai - ik zal zien
  

Quizz

Nous allons faire un petit test. 

In welke tijd staat de zin:
Nous avons des invités à Noël!

1. de présent
2. de futur simple
3. de passé composé
4. de futur proche

In welke tijd staat de zin:
Monique et Christian sont partis à Strasbourg

1. de présent
2. de futur simple
3. de passé composé
4. de futur proche

In welke tijd staat de zin:
À Noël nous pourrons partir faire du ski

1. de présent
2. de futur simple
3. de passé composé
4. de futur proche

In welke tijd staat de zin:
Je partirai en voiture

1. de présent
2. de futur simple
3. de passé composé
4. de futur proche

Verbes en -ir
Welke vormen zijn correct van de futur simple?

1. Je partirai
2. Je partais
3. Nous partiron
4. Nous partirons

Verbes en -er
Welke vormen van de future simple
zijn correct ?

1. Nous parlerons
2. Il parlait
3. Je chanterais
4. Je chanterai

Verbes en -re
Welke vormen van de future simple
zijn correct ?

1. Je vendrai
2. Nous vendrons
3. Elle vendrai
4. Ils vendront

Klik de zin aan waarin de "futur simple" gebruikt wordt!

1. Je vais boire du lait
2. Je partirai à Amsterdam
3. Je mange des légumes
4. Je veux bien avoir une pomme

jij zult kiezen
(choisir)

1. tu choise
2. tu choisis
3. tu choisiras
4. tu choisissais

ik zal praten
(parler)

1. je parlais
2. j'ai parlé
3. je parle
4. je parlerai

zij zal ontmoeten
(rencontrer)

1. elle rencontrera
2. elle rencontrait
3. elle a rencontré
4. elle rencontre

Vertaal de volgende zin:
'jullie zullen eten.'

Verbes irréguliers (onregelmatig werkwoorden)

Ik zal zijn

1. j'êtrais
2. j'êtrait
3. je serai
4. je serait

Verbes irréguliers (onregelmatige werkwoorden)

wij zullen doen

1. nous fairons
2. nous ferons
3. nous ferions
4. nous feront

Verbes irréguliers (onregelmatige werkwoorden)
Welke vormen van de future simple zijn correct ?

1. vous aurez
2. elles pouvoiraient
3. tu seras
4. il ira

Le futur simple: Afsluiting

Doelen van de les : 
Je kent de futur simple (toekomende tijd) en kan deze toepassen.

Grandes Lignes = Bloc C

............. sont les meilleures notes de classe?

1. quelles
2. quel
3. quels
4. quelle

............... est la ville la plus belle: Amsterdam ou Paris?

1. quel
2. quels
3. quelles
4. quelle

Vous avez des questions?

 *Questions sur le futur simple ?

* Sur les questions?

Maak de zin vragend met est-ce que
On va fêter l'anniversaire de Sophie.

Welk vraagwoord is correct?
……… va à la fète de Yann?

1. comment
2. où
3. qui
4. quand

.............. tu vas faire ce weekend?

1. quand
2. qu'est-ce que
3. combien
4. quel

......... tu partiras en vacances?

1. quand
2. qui
3. où
4. comment

Ton jean est beau. il a coûté ...............?

1. qu'est-ce que
2. comment
3. combien
4. quelle

Beschrijf in het kort hoe je zinnen vragend kan maken in het Frans.

Mocht je vragen hebben dan kan je ze hier opschrijven. Je mag natuurlijk ook altijd mailen naar: [e-mail]

Waaraan herken jij een vraag in het NL?

Schrijf zo veel mogelijke Nederlandse vraagwoorden op binnen 20 seconden!

Tot nu toe volg ik de uitleg nog:

😒🙁😐🙂😃

Welk boek is van jou?
... livre est à toi?

1. Quel
2. Quels
3. Quelle
4. Quelles

Welke auto is van jou?
... voiture est à toi?

1. Quel
2. Quels
3. Quelle
4. Quelles

Welke fietsen zijn van jullie?
... vélos sont à vous?

1. Quel
2. Quels
3. Quelle
4. Quelles

Welke schoenen zijn van jullie?
... chaussures sont à vous?

1. Quel
2. Quels
3. Quelle
4. Quelles

Welke vormen heeft het Franse woord voor "welk(e)"?

Zin vragend maken

Welke Franse vragen ken jij al?
Noem er één.

Les 41