Jaar 3 havo futur simple

Bonjour

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Les objectifs (doelen) de ce cours
Je kent de futur simple (toekomende tijd) en kan deze toepassen.
Jij kan deze les op jouw tekstboek bz. 38 volgen.

Slide 2 - Slide

Herhaling Futur proche (nabije toekomende tijd)

In het Frans werkt dat op precies dezelfde manier:
je gebruikt het werkwoord
aller (gaan)
en daarbij ook 
een heel werkwoord.
net zo als in het Nederlands moet je het werkwoord 
aller (gaan)
vervoegen

Slide 3 - Slide

futur proche

Slide 4 - Slide

let op!
bij het werkwoord "aller" gebeurt er iets vreemds
je vais au cinéma
vais wordt aller
je vais aller au cinéma
(ik ga naar de bioscoop gaan)
In het Nederlands klinkt dit heel raar, maar in het Frans is dit heel normaal....

Slide 5 - Slide

Vertaal:
U gaat praten
timer
0:30

Slide 6 - Open question

Vertaal:
Hij gaat eten.
timer
0:30

Slide 7 - Open question

Vertaal:
Jij gaat geven.
timer
0:30

Slide 8 - Open question

Le futur simple (tb bz. 38)
  • Om uit te leggen dat iets nog zal gaan gebeuren
  • In het Nederlandse gebruik je: zullen

       "Morgen zal ik vrij hebben: dan is het zaterdag"
       "Demain je serai libre: ce sera samedi"

Slide 9 - Slide

Le futur simple - stappenplan
regelmatige ww er, ir, re
       1 - bepaal wat het hele werkwoord is
       2 - eindigt deze op een 'e' haal deze er dan af
       3 - plak de juiste uitgang van de futur er achter
     

Slide 10 - Slide

Le futur simple - de uitgangen
Werkwoorden op ir        - op er                   -op re (laatste e haal je eraf)
Je               choisirai          mangerai             prendrai
Tu               choisiras         mangeras            prendras
Il/elle/on  choisira           mangera              prendra
Nous         choisirons      mangerons         prendrons
Vous          choisirez         mangerez           prendrez
Ils                choisiront      mangeront          prendront

Slide 11 - Slide

Le futur simple: onregelmatige ww.
  • Bij die zes werkwoorden is de stam onregelmatig
  • être - je serai
  • avoir - j'aurai
  • faire - je ferai
  • aller - j'irai
  • pouvoir - je pourrai
  • voir - je verrai

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je de futur simple?
timer
0:45

Slide 13 - Open question

wat zijn de uitgangen van de futur simple?
timer
0:45

Slide 14 - Open question

vervoegen : welke stappen neem je?
timer
0:45

Slide 15 - Open question

welke onregelmatige werkwoorden zijn er?
timer
0:45

Slide 16 - Open question

In welke tijd staat de zin:
Mais nous avons des invités à Noël!
timer
0:20
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 17 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
Monique et Christian sont partis à Strasbourg
timer
0:20
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 18 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
À Noël nous pourrons partir faire du ski si tu veux
timer
0:20
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 19 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
Salut! Je vais partir maintenant à la maison
timer
0:20
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 20 - Quiz

Verbes en -ir
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
timer
0:20
A
Je partirai
B
Je partais
C
Nous partiron
D
Nous partirons

Slide 21 - Quiz

Verbes en -er
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
timer
0:20
A
Nous parlerons
B
Il parlait
C
Je chanterais
D
Je chanterai

Slide 22 - Quiz

Verbes en -re
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je vendrai
B
Nous vendrons
C
Elle vendrai
D
Ils vendront

Slide 23 - Quiz

timer
0:30
Zij zullen hebben
il ira
ik zal zijn
vous dormirez
wij zullen verkopen
ik zal zingen
elles auront
hij zal gaan
je serai
jullie zullen slapen
nous vendrons
Je chanterai

Slide 24 - Drag question

Verbes irréguliers (onregelmatig werkwoorden)

Ik zal zijn
timer
0:20
A
j'êtrais
B
j'êtrait
C
je serai
D
je serait

Slide 25 - Quiz

Verbes irréguliers (onregelmatig werkwoorden)

wij zullen doen
timer
1:00
A
nous fairons
B
nous ferons
C
nous ferrons
D
nous feront

Slide 26 - Quiz

Verbes irréguliers (onregelmatig werkwoorden)
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
timer
0:20
A
vous aurez
B
elles pouvoiraient
C
tu seras
D
il ira

Slide 27 - Quiz

Le futur simple: Afsluiting
Doelen van de les : 
Je kent de futur simple (toekomende tijd) en kan deze toepassen.
Je kent de futur proche.
Zijn de doelen behaald : klik op de link afsluiting

Merci et bravo !!

Slide 28 - Slide