9. Stunde: Wiederholung Verben stam d, t, Schreiben

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kapitel 4
Auf die Plätze, fertig, LOS!

Slide 2 - Slide

What to learn
  • Reading (Kapitel 4)
  • Wörterlisten, S. 142-143
  • Plauderecke C, S. 144: Mein Lieblingssport
  • Plauderecke H: S. 144 Freizeit und Hobbys
  • Grammar
    bezittelijke voornaamwoorden, S, 146
    werkwoorden met stam eindigend op -d en -t, S. 146
  • Schreibecke E: Mein Training, S. 145
  • Schreibecke I: Meine Interessen, S. 145

Slide 3 - Slide

Grammatik
werkwoorden in de tegenwordige tijd

Slide 4 - Slide

S. 126

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Self study, S. 126 (blue box)
10 min 

Slide 9 - Slide

Test

Slide 10 - Slide

Possessivpronomen
Bezittelijke voornaamwoorden
(Possessive pronouns)

Slide 11 - Slide

          Possessive pronoun

  • the answer lies in the name: with a possessive pronoun you show who possesses/owns something
  • with a possessive pronoun you can express if something is yours or from somebody else.
     Bezittelijk voornaamwoord

  • de naam zegt het al: een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan.
  • met een bezittelijk voornaamwoord kan je aangeven of iets van jou is of van iemand anders.

Slide 12 - Slide

Personal pronouns
possessive pronouns
bezittelijke voornaamwoorden
ich
mein-
mijn
du
dein-
jouw
er
sein-
zijn
sie
ihr-
haar
es
sein-
zijn
wir
unser-
ons, onze
ihr
eur-
jullie
sie/Sie
ihr/Ihr-
hun/uw

Slide 13 - Slide

S. 118

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Schreiben

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

10 Minutes of silence

Slide 18 - Slide