This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Maatschappijleer
THEMA 2: WERK
Hoe kom je aan werk?
Slide 1 - Slide
Werk
Manieren om een baan te vinden:
1. Zelf zoeken naar vacatures
2. Open sollicitatie sturen (dus zelf een bedrijf benaderen).
3. Aanmelden bij een uitzendbureau
Gebruik maken van je netwerk (Social Media/ Linked In of vrienden/familie)
Via de overheid. Hiervoor ga je naar het UWV
Slide 2 - Slide
Werk
Manieren om een baan te vinden:
4. Gebruik maken van je netwerk (Social Media/ Linked In of vrienden/familie)
5. Via de overheid. Hiervoor ga je naar het UWV
Slide 3 - Slide
Solliciteren
Wanneer je gaat solliciteren doe je dit meestal door per e-mail een sollicitatiebrief te sturen.
Ook stuur je een cv (curriculum vitae) mee met daarin je persoonlijke gegevens, opleiding en werkervaring.
Als jouw sollicitatiebrief eruit gekozen wordt, word je uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.
Slide 4 - Slide
Opdracht (15 min.)
1. Ga opzoek naar een vacature.
2. Werk een perfect sollicitatiegesprek uit.
3. Werk het slechtste sollicitatie gesprek ooit uit.
presenteren voor de klas.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Je bent aangenomen!
Een van de eerste dingen die dan volgt is het arbeidscontract tekenen => Contract met de afspraken tussen werkgever (baas) en werknemer, die we arbeidsvoorwaarden noemen. Hierin staat o.a.:
je functie.
de werktijden.
het loon.
het aantal vrije dagen.
de proeftijd.
Slide 7 - Slide
Wit of Zwart?
Wit werken: je werkt met een contract en betaalt belasting.
Zwart werken: zonder contract en geen belasting betalen.
Voordeel zwart werken = > goedkoper
Nadeel: je hebt geen enkel recht, niet op vakantie, geen ziektegeld, geen verzekering. Daarnaast is het verboden.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
CAO's
CAO => Een collectieve arbeidsovereenkomst die geldt voor een hele bedrijfstak, zoals de horeca, bouw en zorg.
Werknemers en werkgevers hebben verschillende belangen. Om te voorkomen dat je zelf met je baas moet onderhandelen, doen vakbonden dat voor jou.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
8.4 Met werk kom je verder
De maatschappelijke ladder en sociale status
Slide 12 - Slide
Klimmen op de ladder
Maatschappelijke ladder => alle maatschappelijke
posities van hoog naar laag.
Je maatschappelijke positie wordt onder andere bepaald door:
je kennis of vaardigheden (leerling staat lager dan meester)
hoeveel macht of verantwoordelijkheid je hebt (werkgever staat boven werknemer)
je inkomen (chirurg heeft een hogere status dan een schooldirecteur)
Maar dit telt niet voor iedereen: Wie staat hoger op de ladder: Messi of Rutte?
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
0
Slide 15 - Video
Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid => macht, kennis en geld zijn niet eerlijk over de mensen verdeeld. Men zegt wel: De rijken worden rijker en
Dit was vroeger erger dan nu, overheid probeert tegenwoordig in te grijpen.
Sociale mobiliteit: mogelijkheid te stijgen op de ladder.
Opleiding en inzet belangrijker dan beroep ouders.
Toch hebben mensen ouders met weinig geld minder vaak een hoge opleiding, mensen met een migratieachtergrond hebben het zwaarder...
Slide 16 - Slide
0
Slide 17 - Video
Welke drie dingen bepalen je maatschappelijke positie?
Slide 18 - Open question
Een vuilnisman heeft staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een chef kok.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.
Slide 20 - Quiz
Waarom is een opleiding belangrijk?
Slide 21 - Mind map
Welk van de volgende is een waarde?
A
Opstaan voor ouderen in de bus
B
Niet discrimineren
C
Niet wildplassen
D
Gelijkheid
Slide 22 - Quiz
Arbowet is:
A
Wet dat werkomgeving veilig moet zijn
B
Regel dat overheid werk moet regelen
C
Wet dat iedereen werk met armen moet doen
D
Wet dat je sollicitatieplicht hebt
Slide 23 - Quiz
Geef een nadeel van zwart werken.
Slide 24 - Open question
Deeltaak 3 PO Werk
Je maakt de invulsamenvatting op blz 163 en 164 en oefen de stof met de oefentoetsapp VMBO-KGT. Zorg dat je minimaal 80% haalt.
1. Waarom werken we? --> Piramide van Maslow invullen
2. Een baan die bij je past --> Mindmap over werk + jouw droomtoekomst
3. Hoe kom je aan werk? --> Opdracht arbeidscontract
4. Met werk kom je verder --> Maatschappelijke ladder invullen
5. Als het tegenzit en 6. de verzorgingsstaat: Uitkering aanvragen
Kies en maak ook 1 steropdracht!
Je moet deze PO inleveren om Ma1 af te kunnen ronden. Maak er iets moois van.